This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 40 min
Items in this lesson
Executieve functies
Slide 1 - Slide
Programma
Wat zijn executieve vaardigheden?
Wat als je zwakke executieve vaardigheden hebt?
Filmpje
Vragenlijst executieve vaardigheden
Uitleg verschillende vaardigheden
Slide 2 - Slide
Wat zijn executieve vaardigheden?
Executieve vaardigheden zijn de vaardigheden die ons helpen om dingen te plannen en te organiseren. Als deze vaardigheden goed werken, dan kunnen we efficiënt handelen. Het heeft niets te maken met intelligentie, maar eerder met onze mogelijkheid om ons werk te organiseren en onszelf te concentreren zonder afgeleid te worden. Bijvoorbeeld, het kunnen plannen van je huiswerk en het zelfstandig werken zonder afleiding zijn voorbeelden van het gebruik van executieve vaardigheden.
Slide 3 - Slide
Zwakke executieve vaardigheden
Moeite met het ordenen van het werk,
Raakt huiswerk kwijt of vergeten het in te leveren.
Rugzak, schriften en bureau zien er dan ook vaak rommelig uit.
Moeilijk om je ergens toe te zetten, zijn snel afgeleid of hebben moeite met het plannen van hun werk.
Raffelt werk af of kan juist heel erg treuzelen.
Weet vaak niet waar te beginnen met een project of opdracht en stelt werk tot het laatste moment uit. Dat kan komen doordat je het werk niet overziet of omdat je niet kunt inschatten hoeveel tijd een taak kost.
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Vragenlijst
Welke EF komen hoog uit?
Welke EF komen laag uit?
Herken je dit?
Slide 6 - Slide
Denkvaardigheden
Planning/prioritering: een plan maken en beslissen wat belangrijk is.
Organisatie: informatie en materialen ordenen.
Werkgeheugen: informatie in je geheugen houden bij het uitvoeren van moeilijke taken.
Timemanagement: tijd inschatten, verdelen en deadlines halen.
Metacognitie: een stapje terug doen om jezelf en de situatie te overzien en te evalueren.
Slide 7 - Slide
Gedragsvaardigheden
Respons-inhibitie: nadenken voordat je iets doet.
Emotieregulatie: emoties beheersen om doelen te behalen of gedrag te controleren.