28-5

VANDAAG:
  • Uitleg leestekens en hoofdletters
  • Zelf aan het werk
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

VANDAAG:
  • Uitleg leestekens en hoofdletters
  • Zelf aan het werk

Slide 1 - Slide

Wanneer gebruik je géén hoofdletter?
A
Namen van winkels
B
Familienamen
C
Namen van maanden
D
Namen van musea

Slide 2 - Quiz

Wanneer gebruik je géén hoofdletter?
A
Namen van feestdagen
B
Namen van jaargetijden
C
Namen van personen
D
Namen van bedrijven

Slide 3 - Quiz

Noem 3 dingen waarbij je wél een hoofdletter schrijft.

Slide 4 - Open question

Wat is een citaat?

Slide 5 - Open question

CITAAT

- Wanneer iemands woorden letterlijk opgeschreven worden, heet dit een citaat

- staat altijd tussen aanhalingstekens

- begint altijd met een hoofdletter




Slide 6 - Slide

AANHALINGSTEKENS
- Een citaat staat altijd tussen aanhalingstekens


Loïs antwoordde: 'Ik vond die film erg goed.' 

Sharon gilde: 'Ik weet niet of ik dat durf!'

Slide 7 - Slide

DUBBELE PUNT
- Een dubbele punt wordt vóór het citaat gebruikt


Loïs zei: 'Ik vond die film erg goed.' 

Sharon gilde: 'Ik weet niet of ik dat durf!'

Slide 8 - Slide

Gijs schreeuwde Help ik ben in het water gevallen

Slide 9 - Open question

Mark vroeg Hoe heet de president van Rusland

Slide 10 - Open question

De schrijver zei Ik ben geïnspireerd door de natuur

Slide 11 - Open question

ZELF AAN HET WERK
  1. Maak LessonUp: Leestekens
  2. Maak boekopdracht 3 (blz.154)
  3. Lees de theorie (blz. 154)
  4. Maak boekopdracht 4 en 5 (blz. 154-155)
  5. Lees de theorie (blz. 155)
  6. Maak boekopdracht 6 t/m 9 (blz. 155-156)
  7. Oefenboek Spelling (blz. 59-60)


Slide 12 - Slide

PROEFWERK HOOFDSTUK 4
DINSDAG 4 JUNI

Slide 13 - Slide