6.3 Het absolutisme

Bekijk de personen
1 / 14
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with interactive quiz, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Bekijk de personen

Slide 1 - Slide

Wat is Absolutisme?
A
Een bestuursvorm waarbij alles om de kerk draait. De kerk is aan niemand verantwoording schuldig
B
Een bestuursvorm waarbij de macht van de vorst door niets wordt beperkt en geen verantwoording hoeft af te leggen
C
Een bestuursvorm waarbij de macht absoluut bij het volk ligt. Het volk is aan niemand verantwoording schuldig.
D
Een bestuursvorm waarbij de macht van de vorst absoluut beperkt is en de vorst aan niemand verantwoording hoeft af te leggen

Slide 2 - Quiz

Frankrijk
De Republiek
Duitse Rijk
Engeland
Rusland
Oostenrijk
Pruisen

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Lodewijk XIV - jeugd 
Mazarin
Anna van Oostenrijk

Slide 5 - Slide

La Fronde 
Verzet van de oude feodale adel  

'Alleen buiten de stad kan ik veilig en machtig zijn'
--> verder uitbreiding Versailles

Slide 6 - Slide

Droit divin = goddelijk recht
Politiek
Zonnekoning
'Als planeten cirkelden zij rond hun Zennekoning, smachtend naar een sprankje koninklijke aandacht'

Doel: adel in de gaten houden (keep your enemies close) 
De staat, dat ben ik!

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Streng protocol
8.00 - wekdienst, medische controle en toilet maken 

Optochten, kerkdiensten, jachtpartijen, kaartspelen en concerten (uitgevoerd door de koning)

22.30 – avondtoilet


Slide 9 - Slide

Mercantilisme 
Actieve overheidsbemoeienis economie
Doel: inkomen staat vergroten 
Economisch
Colbert

Slide 10 - Slide

Eén volk, één godsdienst 
Opheffing van het Edict van Nantes
Cultureel/religieus 
Bekeren of vluchten 

Slide 11 - Slide

Beroepsleger
Frankrijk moest natuurlijke grenzen krijgen

Militair
Rampjaar
Oorlogsindustrie - uniformen, schoenen, tenten en wapens (zoals bajonet)

Slide 12 - Slide

Kenmerken absolutisme (Frankrijk)
  • Politiek: Droit divin (= goddelijk recht) en absolutisme ('de staat, dat ben ik!' )
  • Economisch: Mercantilisme, overheid bemoeit zich met de economie van het land 
  • Cultureel/religieus: religieuze eenheid, iedereen moest Rooms-Katholiek zijn
  • Militair: beroepsleger 

 

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video