Nederlands blok 2 spelling vmbo-bk

Welkom
1K 
start les
Pak je spullen
Pak je boekje spijker zwijgen
Blijf rustig zitten
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom
1K 
start les
Pak je spullen
Pak je boekje spijker zwijgen
Blijf rustig zitten

Slide 1 - Slide

Lesdoel:

Weet wanneer je een enkele of dubbele klinker of medeklinker moet schrijven.

Slide 2 - Slide

Klinker of medeklinker?
klinkers:                                                                         medeklinkers: 

                           

 
Herhalen

Slide 3 - Slide

Korte en lange klanken blz: 81
Je kunt een woord in stukjes verdelen. Elk stukje is een klankgroep. Een woord kan uit een of meer klankgroepen bestaan. 
In elke klankgroep zit een korte of lange klank. 

Slide 4 - Slide

Brood
Brood
Een klankgroep 
Kroket
Kro-ket
Twee klankgroepen
Hagelslag
Ha-gel-slag
Drie klankgroepen
Kroket
Kro-
Je hoort oo; lange klank
Ket
Je hoort e; korte klank

Slide 5 - Slide

Het woord school heeft een:
A
kort klank
B
lange klank

Slide 6 - Quiz

Het woord hand heeft een:
A
korte klank
B
lange klank

Slide 7 - Quiz

Het woord olifant heeft:
A
1 klankgroep
B
2 klankgroepen
C
3 klankgroepen

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

Korte en lange klanken 
Woorden die een korte klank hebben, houden de korte klank als je ze langer maakt. Als je aan het einde van een klankgroep een korte klank hoort, dan schrijf je twee dezelfde medeklinkers als je het woord langer maakt. 

Zon
  • Je hoort een o, dus het is een korte klank 
  • Zon eindigt op één medeklinker, dus als je het woord langer maakt, komt er een medeklinker bij: zonnen

Slide 10 - Slide

 Korte en lange klanken
Als de lange klankgroep op twee dezelfde klinkers eindigt, dan haal je een klinker weg als je het woord langer maakt. 

Zoon
  • Als je het woord zoon langer maakt, hoor je zoo-nen
  • De eerste klankgroep is zoo, dus je haalt een klinker weg: zonen

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Maak het woord af:
Appelk...en (ist/isst)

Slide 13 - Open question

Maak het woord af:
Winkelstr...en (at/aat)

Slide 14 - Open question

Maak het woord af:
Huism...en (us/uss)

Slide 15 - Open question