week 3 na de kerstvakantie

Du hast 2 Minuten für:


Je hebt 2 min om: 
  • mobiel in de wandtas
  • oortjes uit
  • je zit op je vaste plek
timer
2:00
Voordat de docent begint met de les heb je op tafel
  • laptop (dicht) + werkboek + schrift + etui + planagenda 
1 / 22
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Du hast 2 Minuten für:


Je hebt 2 min om: 
  • mobiel in de wandtas
  • oortjes uit
  • je zit op je vaste plek
timer
2:00
Voordat de docent begint met de les heb je op tafel
  • laptop (dicht) + werkboek + schrift + etui + planagenda 

Slide 1 - Slide

Wie is aanwezig?
Huiswerk niet af of geen spullen bij?  Geef dit aan als ik je naam roep!

Slide 2 - Slide

Was machen wir heute?
- planagenda
- Grammatica: Basisregel der/die/das
- Grammatica: Aanvullende regels 
- Lektion 2 

Slide 3 - Slide

Planagenda:
huiswerk datum: 

afmaken: werkboek vanaf blz. 51 opdr. 7/8/9/10/11 
nieuw: blz. 54 opdracht 1 / 5 / 6 / 8




timer
3:00

Slide 4 - Slide

zelfstandig en stil werken:
maken: 
werkboek vanaf blz. 51 opdr. 8/9/10/11 
timer
15:00
Klaar?:
woordjes leren DU - NL Lektion 1/2 blz. 85 

Slide 5 - Slide

Basisregels der die das
der
die
das
die
mannelijk     
vrouwelijk     
onzijdig          'het'
meervoud

Slide 6 - Slide

Mannelijk = der
Voor mannelijke personen en dieren komt het lidwoord der.
der Mann der Onkel der Lehrer
der Stier, der Hahn, der Hengst

Slide 7 - Slide

Vrouwelijk = die
-Voor vrouwelijke personen en dieren komt het lidwoord die.
die Frau, die Lehrerin, die Schwester, die Kuh

De meeste woorden die op e eindigen zijn vrouwelijk: die Familie, die schule

Slide 8 - Slide

Onzijdig = das
-Onzijdig zijn vaak de zelfstandige naamwoorden waar je in het Nederlands het voor zet. Das Schwimmbad, Das Jahr, Das Kind.


Slide 9 - Slide

Onkel
A
der
B
die
C
das

Slide 10 - Quiz

Katze
A
der
B
die
C
das

Slide 11 - Quiz

Haustier
A
der
B
die
C
das

Slide 12 - Quiz

Bruder
A
der
B
die
C
das

Slide 13 - Quiz

Lehrerin
A
der
B
die
C
das

Slide 14 - Quiz

Kater
A
der
B
die
C
das

Slide 15 - Quiz

Eltern
A
der
B
die
C
das

Slide 16 - Quiz

Aanvullende regels der / die /das

Slide 17 - Slide

Bestellung
A
der
B
die
C
das

Slide 18 - Quiz

Gesundheit
A
der
B
die
C
das

Slide 19 - Quiz

Frühling
A
der
B
die
C
das

Slide 20 - Quiz

zelfstandig en stil werken:
machen:
blz. 50/ 51 opdr. 7/8 /9
blz. opdr. 10 /11

timer
15:00
Klaar?:
huiswerk maken, zie planagenda

Slide 21 - Slide

Tschüss

Slide 22 - Slide