5.3. Na de oorlog.

H5 De prijs van vrijheid.
April 2022
Juf Asma Majait
1 / 45
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, k, tLeerjaar 2

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H5 De prijs van vrijheid.
April 2022
Juf Asma Majait

Slide 1 - Slide

Programma
  • Introductie                      (5 min)

  • Theorie                             (15 min)
  1. - 5.3. Na de oorlog.


  • Maken opdrachten.      (15 min)
  • Bespreken opdracht.  (10 min)
  • Afsluiten.                          (5 min)

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van de les kan de leerling...
  1. Uitleggen wat er in de Tweede Wereldoorlog in Azië gebeurde.
  2. De gebeurtenissen van nationalisme, dekolonisatie, onafhankelijkheid van Suriname, Nederlandse Antillen en het Koninkrijk der Nederlanden herkennen en beschrijven. 





Slide 3 - Slide

5.3 Na de oorlog

Slide 4 - Slide

Oorlog in Azië
  • Japan voerde in Azië een oorlog waarbij ze landen veroverden
  • Europese landen hadden kolonies in Azië. Deze werden ook aangevallen door Japan
  • In 1941 werd Pearl Harbor op Hawaii vernietigd door Japan. Pearl Harbor was van de Verenigde Staten
  • Vanaf dit moment (1941) waren de Verenigde Staten ook in oorlog met Japan

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Nederlands-Indië
  • Nederlands-Indië was een kolonie van Nederland.
  • Maar in 1942 viel Japan Nederlands-Indië aan (Indonesië)
  • Het KNIL (Koninklijk Nederlands-Indische Leger) was niet sterk genoeg voor Japan te tegen te houden
  • Europese en Indonesische mannen moesten dwangarbeid verrichten voor de Japanners

Slide 7 - Slide

Sleep de blauwe hokjes/woorden naar de goede rode hokjes/woorden.
Indonesië tot 1942
Indonesië 1942-1945
Indonesië 1949
Nederland
Japan
Onafhankelijk

Slide 8 - Drag question

Nationalisme in Nederlands-Indië
  • Nederland was dus de baas in Nederlands-Indië en hadden veel macht 
  • Toen Indonesische jongeren in Europa gingen studeren, leerden ze over vrijheid en democratie
  • Ze wilden een eigen staat en vrijheid voor het Indonesische volk 
  • Mensen die een eigen staat willen, worden nationalisten genoemd

Slide 9 - Slide

Suriname: vreedzame onafhankelijkheid
  • Suriname was ook een kolonie van Nederland
  • In 1954 gaf Nederland zelfbestuur aan Suriname, omdat ze geen oorlog meer wilde zoals in Indonesië
  • In 1975 werd Suriname helemaal onafhankelijk
  • Veel Surinamers kozen ervoor om in 1975 naar Nederland te gaan

Slide 10 - Slide

Nederlandse Antillen
  • In 1954 kregen de Nederlandse Antillen ook zelfbestuur
  • Maar... de 6 eilanden hebben de band met Nederland nooit helemaal verbroken
  • Zelfstandige landen binnen het Koninkrijk der Nederlanden: Aruba, Curacao en Sint Maarten
  • Nederlandse gemeenten: Bonaire, Saba en Sint Eustatius

Slide 11 - Slide

Sleep de blauwe hokjes/woorden naar de goede rode hokjes/woorden.
Indonesië
Suriname
Curacao
Bonaire
Oorlog om onafhankelkheid
Vreedzame onafhankelijkheid
Nederlandse gemeente
Zelfstandig

Slide 12 - Drag question

Nu maken:

Rood boekje:
Cursus 5.3. Blz. 58. 
Opdracht 1 t/m 8.

Blauw boekje:
Cursus 5.3. Blz. 64.
Opdracht 1 t/m 9

Na opdracht samen bespreken 


timer
10:00

Slide 13 - Slide

Toets

Stilte 


timer
40:00

Slide 14 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van de les kan de leerling...
  1. Uitleggen wat er in de Tweede Wereldoorlog in Azië gebeurde.
  2. De gebeurtenissen van nationalisme, dekolonisatie, onafhankelijkheid van Suriname, Nederlandse Antillen en het Koninkrijk der Nederlanden herkennen en beschrijven. 





Slide 15 - Slide

De Eerste Wereldoorlog was van... tot...
A
1914-1917
B
1940-1945
C
1914-1918
D
1914-1919

Slide 16 - Quiz

In de tijdvak van de wereldoorlogen vonden hoeveel oorlogen plaats?
A
4 oorlogen
B
3 oorlogen
C
2 oorlogen
D
1 oorlog

Slide 17 - Quiz

Frankrijk, Groot Britannië en Rusland 
Duitsland en Oost-Hongarije 
Er doen veel landen op de wereld mee aan een oorlog. 
1900-1950
1914 - 1918
1939 - 1945
Geallieerden
Centralen
Wereldoorlog
Tijd van de wereldoorlogen
Eerste Wereldoorlog
Tweede Wereldoorlog

Slide 18 - Drag question

Tijdens de eerste wereldoorlog waren Frankrijk, Groot Brittannië en Rusland vijanden van elkaar.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quiz

Tussen 1939 en 1945 was er een grote oorlog in Europa aan de gang, genaamd de Eerste Wereldoorlog.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quiz

In de eerste wereld oorlog vielen er bijna geen doden in de loopgraven.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quiz

Gevaarlijkste wapen dat in die loopgraven werd gebruikt...?
A
Granaatwerpers
B
Gifgas
C
Bommen
D
Geweren

Slide 22 - Quiz

De overwinnaars van de Eerste Wereldoorlog vonden dat Duitsland de oorlog was begonnen en beloond moest worden.
A
juist
B
onjuist

Slide 23 - Quiz

Wie was de grote verliezer van de Eerste Wereldoorlog?
A
Rusland
B
Frankrijk
C
Hongarije
D
Duitsland

Slide 24 - Quiz

Duitsland moest de schade terugbetalen die was ontstaan door de oorlog.
A
juist
B
onjuist

Slide 25 - Quiz

Dat Duitsland alle schade van de WOI moest terugbetalen stond vast in het verdrag van...
A
München
B
Parijs
C
Versailles
D
Glaskow

Slide 26 - Quiz

Na de Eerste Wereldoorlog waren de problemen in Europa voorbij.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 27 - Quiz

In de jaren 1920 ging het weer beter met de Europese economie.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 28 - Quiz

In de jaren 1929 brak er een economische crisis uit...
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quiz

De NSDAP staat voor...
A
Democratische Bond
B
Nationaal-Socialisten Duitsland Partij
C
Nationaal Socialistische Duitse Arbeiders Partij
D
Alle antwoorden zijn ONJUIST

Slide 30 - Quiz

De NSDAP werd als grootste partij gekozen in...
A
1920
B
1929
C
1933
D
1939

Slide 31 - Quiz

Stelling:
Hitler werd democratisch verkozen?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 32 - Quiz

Stelling:
Duitsland bleef nadat Hitler rijkskanselier werd een democratisch land.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 33 - Quiz

Stelling:
Duitsland werd nadat Hitler verkozen werd een dictatuur. Dat betekent dat...
A
Dat er maar weinig politieke partijen zijn die mee mogen meebeslissen.
B
Dat er maar één leider is die alles beslist.
C
Dat er meerdere politieke partijen zijn die mee mogen beslissen.
D
Alle antwoorden zijn onjuist.

Slide 34 - Quiz

Wat is censuur?
A
(Nieuws)berichten van verschillende kanten belichten.
B
Mening over een zaak.
C
Journalisten mogen schrijven wat ze zelf willen.
D
Er is toezicht van de overheid op hetgeen de media naar voren brengen.

Slide 35 - Quiz

Hoelang duurt de Duitse bezetting in Nederland?
A
10 jaar
B
1 jaar
C
5 jaar
D
6 jaar

Slide 36 - Quiz

Hoelang duurde de Tweede Wereldoorlog?
A
10 jaar
B
1 jaar
C
5 jaar
D
6 jaar

Slide 37 - Quiz

In welke periode vond de Tweede Wereldoorlog plaats?
A
1914-1918
B
1939-1945
C
1947-1991
D
1568-1648

Slide 38 - Quiz

In Rusland (anno 2022) kiest de Russische overheid wat je mag uitzenden over de oorlog in Oekraïne.
Dit is een voorbeeld van...?
A
Democratie
B
Antisemitisme
C
Censuur
D
Media-problemen

Slide 39 - Quiz

Radio Oranje is een radioprogramma waar Nederlanders tijdens WOII in het geheim naar gingen luisteren. Dit deden zij omdat de Duitse bezetters het luisteren naar Engelse zenders hadden verboden.
Dit is een voorbeeld van..?
A
Democratie
B
Antisemitisme
C
Censuur
D
Media-problemen

Slide 40 - Quiz

Wat is discriminatie?
A
Mensen ongelijk behandelen met kwade bedoelingen.
B
Rassendiscriminatie, mensen ongelijk behandelen om hun uiterlijk.
C
Jodenhaat, racisme gericht tegen joden.
D
Gevangenkamp voor groepen gevangenen.

Slide 41 - Quiz

Wat is racisme?
A
Mensen ongelijk behandelen.
B
Mensen ongelijk behandelen om hun uiterlijk.
C
Jodenhaat, racisme gericht tegen joden.
D
Gevangenkamp voor groepen gevangenen

Slide 42 - Quiz

Wat is antisemitisme?
A
Jodenvervolging.
B
Jodenhaat.
C
Dat een land bestuurd wordt door één persoon.
D
Mensen ongelijk behandelen vanwege hun uiterlijk.

Slide 43 - Quiz

Omdat ik Joods ben moet ik een Jodenster dragen.
Dit is een voorbeeld van?
A
Racisme
B
Antisemitisme
C
Censuur
D
Dictatuur

Slide 44 - Quiz

Omdat ik vrouw ben word ik niet aangenomen voor een baan waar ik gesolliciteerd op heb.
A
Racisme
B
Antisemitisme
C
Discriminatie
D
Dictatuur

Slide 45 - Quiz