Herhalen grenzen en identiteit

Grenzen en Identiteit 
Herhaling H7, H8, 
1 / 22
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Grenzen en Identiteit 
Herhaling H7, H8, 

Slide 1 - Slide

De Pyreneeën vormt een:
A
Harde grens
B
Zachte grens

Slide 2 - Quiz

De Pyreneeën vormt een:
A
Natuurlijke grens
B
Kunstmatige grens
C
Sociaaleconomische grens
D
Culturele grens

Slide 3 - Quiz

Pluriformiteit houdt in dat we zoveel mogelijk 1 identiteit nastreven in Nederland.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

Hoe noemen we het verschijnsel van het afnemen van de verschillen tussen stad en platteland?
A
Pluriformiteit
B
Mentale verstedelijking
C
Integratie
D
Ruimtelijke segregatie

Slide 5 - Quiz

Bij insluiting...
A
Ga je bij de groep horen
B
Sluit de groep je buiten
C
Ontwikkel je een eigen identiteit
D
Vind je de regionale identiteit belangrijker

Slide 6 - Quiz

Welke groepsidentiteit is dit?
Waar horen de vlaggen bij?

Slide 7 - Slide

Exclusiviteit
Soevereiniteit
Nederland 
EEZ
Recht over een gebied 
Recht over een gebied en alle landen zijn het daarmee eens
Continentaal plat
Exclusieve economische zone

Slide 8 - Drag question

Territoriale wateren
Continentaal plat

Slide 9 - Drag question

Wat hoort bij het territorium van een land?
A
Gebied 12 zeemijl vanaf kust, grondgebied en luchtruim
B
Grondgebied en luchtruim
C
Gebied 12 zeemijl vanaf kust en luchtruim
D
Gebied 12 zeemijl vanaf kust en grondgebied

Slide 10 - Quiz

Welk begrip hoort bij: 'Meedoen aan activiteiten.'
A
Ontkerkelijking
B
Betrokkenheid
C
Leefbaarheid
D
Participatie

Slide 11 - Quiz

Welk begrip past bij de afbeelding?
A
ontkerkelijking
B
sociale ongelijkheid
C
pluriformiteit
D
leefbaarheid

Slide 12 - Quiz

Hoe noemen we het verschijnsel van het afnemen van de verschillen tussen stad en platteland?
A
Pluriformiteit
B
Mentale verstedelijking
C
Integratie
D
Ruimtelijke segregatie

Slide 13 - Quiz

Welk begrip hoort bij: 'Elkaars verschillen accepteren.'
A
Ontkerkelijking
B
Integratie
C
Tolerantie
D
Participatie

Slide 14 - Quiz

Is deze poster een voorbeeld van:
A
uitsluiting
B
tolerantie
C
ruimtelijke segregatie
D
pluriformiteit

Slide 15 - Quiz

Wat is Autonomie?
A
Dat alles automatisch wordt geregeld door de regering
B
Onafhankelijk willen worden van een groter land
C
Eigen cultuur, gewoontes en soms zelfs taal
D
Zelfstandigheid, recht zelf te beslissen

Slide 16 - Quiz

Wat is een voordeel van de EU?
A
Stabiliteit en vrede
B
Als land alleen heb je minder macht en invloed
C
Vrije handel
D
Vrij verkeer van personen

Slide 17 - Quiz

Wat zijn nadelen van de EU voor Nederland?

Slide 18 - Open question

Tegenstanders van de Europese Unie vinden dat de soevereiniteit van Nederland wordt aangetast. leg uit wat hiermee bedoeld wordt.

Slide 19 - Open question

Welke bestuurlijke regio maakt beslissingen over verkeer en vervoer?
A
De gemeente
B
De provincie

Slide 20 - Quiz

Waarom is het gebied van de Noordelijke IJszee voor Rusland zo belangrijk?
A
Er groeien bijzondere planten die alleen hier in het toendragebied voorkomen en die beschermd moeten worden.
B
Er zit veel olie en gas in de bodem. Dit is belangrijk voor de Russische export.
C
Het is een belangrijk importgebied van olie en gas. Belangrijke pijpleidingen lopen vanuit West-Europa naar dit gebied.
D
Het gebied ligt binnen de territoriale wateren van Rusland en er wordt veel kabeljauw gevangen.

Slide 21 - Quiz

Waarom vindt Rusland dat ze de meeste rechten hebben in de Noordelijke IJszee?
A
Ze hebben het grootste leger
B
Ze hebben de langste kust langs deze zee.
C
Ze hebben de grond opgekocht van andere landen
D
Hun exclusieve economische zone is het grootst

Slide 22 - Quiz