Veel werknemers in de industrie en bouw kwamen uit de landbouw.
Er waren veel minder landarbeiders.
Kleine boerenbedrijfjes verdwenen, terwijl grote boeren hun productie vergrootten met behulp van machines.
Nederland gebruikte de Marshallhulp om o.a. tractoren te kopen.
Zo kwam er meer mechanisering in de landbouw.