Les 13 - V3 - tu comida favorita y los ingredientes

1 / 15
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Clase de español - V3

martes, 30 de enero de 2024

Slide 2 - Slide

Objetivo de la clase
Hablar sobre tu nevera
Explicar cuál es tu comida favorita
Explicar cuáles son los ingredientes.

Slide 3 - Slide



Examen de español tema 2 -toetsweek (60 minutos)
Entregar vlog rutina diaria - 8 de febrero

Slide 4 - Slide

Habla con tu compañero sobre las actividades de la clase anterior

Slide 5 - Slide

LOS DEBERES
Voca :la comida p.52/p.53
herhalen werkwoorden -ar/er/ir
foto van je koelkast

Slide 6 - Slide

Qué hay en tu nevera?
Controle huiswerk?

Slide 7 - Slide

Tu comida favorita y los ingredientes
¿Qué es tu comida favorita?
¿Qué ingredientes lleva?
¿Qué comes por la mañana?
¿Qué tomas por la tarde?

Tomar
Het Spaanse woord voor eten is ''comer'' en voor drinken ''beber''. 
Als je vertelt wat je bijvoorbeeld 's middags voor lunch (of merienda etc) eet en drinkt kan je ook het woor ''nemen'' gebruiken -> ''tomar''. 
Kan dat in het Nederlands ook?
Llevar
Als je vertelt welke ingrediënten een gerecht heeft, dan gebruik je het Spaanse werkwoord ''llevar''

Slide 8 - Slide

Juego de la memoria - la comida
Actividad 2

Selecciona los juegos que te gustan
Trabajamos individualmente


timer
5:00

Slide 9 - Slide

¿Cuál es tu comida favorita?
¿Qué ingredientes lleva (x3)?
Ejemplo
* Mi comida favorita es la paella de mi padre. Tiene arroz, gambas y caldo (bouillon in het Nederlands)

Slide 10 - Open question

Trabajar en dúos
timer
4:00

Slide 11 - Slide

Ik kan uitleggen in het Spaans, wat ik 's ochtends, 's middags en 's avonds eet.
A
B
No
C
Todavía no

Slide 12 - Quiz

Als je vertelt welke ingrediënten in een bepaald gerecht zitten gebruik je het werkwoord
A
estar
B
llevar
C
tomar
D
comer

Slide 13 - Quiz

Los deberes para mañana
Leren
vocabulario La frecuencia S-N en N-S(reader p. 49)
Bestuderen:
inhoud van de toets (staat in Magister)
Herhalen = niet vergeten
vocabulario la rutina diaria S-N en N-S
vocabulario la comida S-N én N-S
Zeggen hoe laat het is. (Son las ... / Es la ...)
Zeggen hoe laat je iets doet (a las .... / a la)
los verbos reflexivos
los verbos irregulares en el reader (p. 7, 8 y 9)
voegwoorden (primero, luego, depués, por la mañana, por la tarde, por la noche): reader p. 21

















Slide 14 - Slide

Libro de texto: (TB)
Página 34.
Libro de ejercicios (WB)
Página 120. Frases claves






timer
8:00

Slide 15 - Slide