Multiple Choice BECO 1

• Bedrijfseconomie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

In deze twee gevallen is sprake van kort vreemd vermogen (KVV)

1. ontvangen leverancierskrediet
2. verstrekt leverancierskrediet
3. ontvangen afnemerskrediet
4. verstrekt afnemerskrediet

Het totale EV van een onderneming is € 3.000.000, het bedrag aan reserves is € 1.750.000. De nominale waarde van een aandeel is € 25. De onderneming mag maximaal 100.000 aandelen uitgeven. Welke bewering is onjuist?

1. Het maatschappelijk aandelenkapitaal is € 2.500.000
2. De waarde van de aandelen in portefeuille is € 1.250.000
3. De intrinsieke waarde van een aandeel is € 30
4. Er zijn 50.000 aandelen geplaatst

Welke bewering is onjuist?

1. Afnemerskrediet hoort bij de categorie kortlopend vreemd vermogen.
2. Voorzieningen zijn onderdeel van het langlopend vreemd vermogen.
3. De overlopende post 'vooruitontvangen bedragen' hoort bij de categorie vlottende activa.
4. Goodwill hoort bij de categorie immateriële vaste activa.

Het aandelen rendement is:

1. De koerswinst die je maakt bij verkoop
2. Het koersrendement en dividendrendement
3. Het dividend dat wordt uitgekeerd
4. (Dividend/koers) x 100%

H&M opent een nieuwe vestiging. Over welk marketinginstrument gaat het hier?

1. product
2. personeel
3. promotie
4. plaats

Wat is het verschil tussen een spaarrekening en een deposito?

1. Weinig rente op een deposito en veel op spaarrekening
2. Geld staat vast bij deposito en niet op een spaarrekening
3. Een vaste looptijd op een spaarrekening
4. Variabele rente op het saldo van een deposito

De dividenduitkering door Groko is €2,80 per aandeel. De beurskoers is €37, de nominale waarde is €20,- Bereken het dividend-rendement.

1. 7,6%
2. 85%
3. 45,9%
4. 14%

Waarom is het hebben van een Unique Selling Point belangrijk?

1. Het is een goede kapstok voor je bedrijf
2. Het geeft de unieke positie van je bedrijf in de markt weer
3. Elk bedrijf wil anders zijn
4. Herkenbaarheid

Dior maakt reclame gericht op de consument die hierdoor naar de winkel gaat. Deze strategie heet

1. Pullstrategie
2. Slushstrategie
3. Pushstrategie
4. Overheadstrategie

De verpakkingen van kinderkoekjes zijn vaak kleurrijk. Om welk marketinginstrument gaat het?

1. Product
2. Prijs
3. Plaats
4. Promotie

Welke beweringen over de jaarrekening zijn juist?

1. Een jaarrekening is een overzicht van bezittingen, schulden en eigen vermogen op een bepaald moment.
2. De jaarrekening is onderdeel van het jaarverslag.
3. Een externe jaarrekening is veel gedetailleerder dan een interne jaarrekening.
4. De externe jaarrekening wordt opgesteld voor aandeelhouders en andere stakeholders.

Een van de verschillen tussen een BV en een NV is

1. dat een BV een natuurlijk persoon is en een NV een rechtspersoon
2. dat de aandelen van een NV vrij verhandelbaar zijn, die van een BV niet
3. dat de eigenaren van een NV zeggenschap hebben en die van een BV niet
4. dat eigendom en leiding gescheiden zijn bij een NV, bij een BV niet

Je verkoopt laptops op rekening.
Hier is (voor jou) sprake van:

1. ontvangen leverancierskrediet
2. verstrekt leverancierskrediet
3. ontvangen afnemerskrediet
4. verstrekt afnemerskrediet

Leasen waarbij de lessor (verhuurder) het onderhoud doet:

1. operational lease
2. financial lease

Een NV plaatst obligaties met een nominale waarde van € 100 tegen 3% interest (coupon).
De emissiekoers is 98%. De marktrente moet dus ...... de interest op de obligatie.

1. Lager zijn dan
2. Gelijk zijn aan
3. Hoger zijn dan

Welk antwoord klopt niet?

1. De break-evenafzet is 350
2. De break-evenomzet is € 210.000,-
3. De constante kosten zijn € 210.000,-
4. De break-evenomzet is € 350.000,-

Het kenmerkende verschil tussen variabele en vaste kosten heeft te maken met:

1. de afzet
2. de omzet
3. de klanten
4. het break-even punt

Inventariseren is het samenstellen van een inventaris

1. Waar
2. Niet waar

Ik wil later zelf een bedrijf starten.

1. Ja
2. Nee
3. Weet ik nog niet

Investering € 265.000,-; Jaarlijkse cashflow aan het einde van het jaar gedurende 5 jaar € 65.000,-
Restwaarde na 5 jaar € 15.000,-
Minimaal geëist rendement 9%

1. Ja, 340.000 > 265.000
2. Ja, 325.000 > 250.000
3. Ja, 252.828 > 250.000
4. Nee, 262.577 < 265.000

Voor 31 december moet je mij € 100,- betalen. Als je 1 januari betaalt, krijg je € 2,- korting. De marktrente is 3%.
Wat is de beste keuze?

1. Ik betaal € 98,- op 1 januari
2. Ik betaal € 100,- op 31 december

Hoe voel je je vandaag?

1. 
2. 
3. 
4. 

Op het break even punt ….

1. Zijn de IWO en de omzet aan elkaar gelijk
2. Zijn de kosten en de winst aan elkaar gelijk
3. Zijn de dekkingsbijdrage en de constante kosten aan elkaar gelijk
4. Zijn de nettowinst en de constante kosten aan elkaar gelijk

De formule voor de break-even afzet is:

1. constante kosten / (inkoopprijs - variabele kosten)
2. variabele kosten / (inkoopprijs - variabele kosten)
3. constante kosten / (verkoopprijs - variabele kosten)
4. constante kosten / variabele kosten

Bij de break even omzet …

1. Zijn de constante kosten hoger dan de dekkingsbijdrage
2. Zijn de constante kosten lager dan de dekkingsbijdrage
3. Zijn de constante kosten gelijk aan de dekkingsbijdrage
4. Zijn de variabele kosten gelijk aan de constante kosten

€ 100,- vòòr 31 december. Rente is 2%. Met welk aanbod van betalen op 1 januari ga je nog net akkoord?

1. € 97,95
2. € 98,05
3. € 98,10
4. € 98,15

Hoe bereken je de break-even omzet?

1. Break-even-afzet x verkoopprijs
2. Totale constante kosten/ variabele kosten

Wat is de break-even
afzet bij deze afbeelding?

1. 100 stuks
2. 50.000 stuks
3. 175 stuks
4. 55.000 stuks

Wat is de break-even afzet?

1. 5.000
2. 50.000
3. 2.500.000
4. 5.000.000

Een importeur van auto's heeft voor een bepaald merk auto een veiligheidsmarge berekend. Uit de berekening komt een marge van 5%. Wat betekent dit?

1. Dat de omzet met 5% moet stijgen om uit de verlieszone te komen.
2. Dat de omzet met 5% kan dalen voordat de verlieszone bereikt is.
3. Dat de afzet met 5% moet toenemen om het break-evenpoint te zijn.

Een inventaris is een lijst met alle bezittingen van een onderneming op een bepaalde datum

1. Waar
2. Niet waar