Globalisering

1 / 36
next
Slide 1: Video
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Leg uit dat internationalisering niet hetzelfde is als globalisering/mondialisering

Slide 2 - Open question

Bekijk de video over globalisering

Slide 3 - Slide

Onderstaande uitspraak heeft te maken met globalisering. Vanuit welke dimensie wordt globalisering hier beschreven?

‘Band tussen kleinkind in Schagen en oma in Canada verstevigd door moderne media’
A
cultureel
B
sociaal
C
politiek
D
economisch

Slide 4 - Quiz

Onderstaande uitspraak heeft te maken met globalisering. Vanuit welke dimensie wordt globalisering hier beschreven?

‘Goedkoop Chinees staal overspoelt Europese markt, vakbonden vrezen massaontslagen’

A
cultureel
B
sociaal
C
politiek
D
economisch

Slide 5 - Quiz

Onderstaande uitspraak heeft te maken met globalisering. Vanuit welke dimensie wordt globalisering hier beschreven?

‘In steeds meer Afrikaanse landen wordt het Chinees Nieuwjaar gevierd’

A
cultureel
B
sociaal
C
politiek
D
economisch

Slide 6 - Quiz

Onderstaande uitspraak heeft te maken met globalisering. Vanuit welke dimensie wordt globalisering hier beschreven?

‘Landen rond de Pacific sluiten historisch handelsakkoord’
A
cultureel
B
sociaal
C
politiek
D
economisch

Slide 7 - Quiz

Tussen 1990 en 2012 groeiden wereldhandel en het transport van goederen sneller dan de mondiale productie van goederen.
Wat was daar de belangrijkste oorzaak voor?

Slide 8 - Open question

Examenopgave 'Anders-globalisten' 
De volgende 4 dia's (1 bron en 3 vragen) gaan over deze examenopgave.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Bekijk bron 1.
Volgens anders-globalisten ‘is een andere wereld mogelijk’ (‘another world is possible’).
Geef een kenmerk van het logo van het WSF waaruit blijkt dat dit logo de visie van het WSF ondersteunt.

Slide 11 - Open question

Bekijk bron 1.
Volgens anders-globalisten ‘is een andere wereld mogelijk’ (‘another world is possible’).
Geef een kenmerk van het logo van het WSF waaruit blijkt dat dit logo de visie van het WSF ondersteunt.

Slide 12 - Open question

De opkomst van het anders-globalisme begint aan het eind van de twintigste eeuw.

Geef twee manieren waarop tijd-ruimtecompressie bijgedragen heeft aan het ontstaan van de anders-globalisme beweging.

Slide 13 - Open question

De opkomst van het anders-globalisme begint aan het eind van de twintigste eeuw.

Geef twee manieren waarop tijd-ruimtecompressie bijgedragen heeft aan het ontstaan van de anders-globalisme beweging.

Slide 14 - Open question

Gebruik bron 1.
Westerse nationale overheden hebben een grote rol gespeeld in internationalisering en globalisering sinds de koloniale tijd. Hun rol is echter afgenomen in de afgelopen veertig jaar. Op het World Economic Forum komen dan ook niet alleen regeringsleiders.

Welk soort organisaties heeft deze leidende rol van westerse nationale staten overgenomen?
Op welke manier heeft dit de rol van nationale staten in de globalisering verkleind?

Slide 15 - Open question

Gebruik bron 1.
Westerse nationale overheden hebben een grote rol gespeeld in internationalisering en globalisering sinds de koloniale tijd. Hun rol is echter afgenomen in de afgelopen veertig jaar. Op het World Economic Forum komen dan ook niet alleen regeringsleiders.

Welk soort organisaties heeft deze leidende rol van westerse nationale staten overgenomen?
Op welke manier heeft dit de rol van nationale staten in de globalisering verkleind?

Slide 16 - Open question

Bekijk de video over Global shift 

Slide 17 - Slide

Examenopgave 'Top 10 grootste multinationals' 
De volgende 4 dia's (1 bron en 3 vragen) gaan over deze examenopgave.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Gebruik bron 1. De meeste multinationals in de ranglijst komen uit de oorspronkelijke triade. In bron 1 is ook het proces van global shift zichtbaar.

Toon aan dat in de spreiding van de tien grootste multinationals de oorspronkelijke triade zichtbaar is.

Slide 20 - Open question

Gebruik bron 1. De meeste multinationals in de ranglijst komen uit de oorspronkelijke triade. In bron 1 is ook het proces van global shift zichtbaar.

Toon aan dat in de spreiding van de tien grootste multinationals de oorspronkelijke triade zichtbaar is.

Slide 21 - Open question

Gebruik bron 1. De meeste multinationals in de ranglijst komen uit de oorspronkelijke triade. In bron 1 is ook het proces van global shift zichtbaar.

Toon aan dat in de spreiding van de tien grootste multinationals het proces van global shift zichtbaar is.

Slide 22 - Open question

Gebruik bron 1. De meeste multinationals in de ranglijst komen uit de oorspronkelijke triade. In bron 1 is ook het proces van global shift zichtbaar.

Toon aan dat in de spreiding van de tien grootste multinationals het proces van global shift zichtbaar is.

Slide 23 - Open question

Gebruik bron 1. De Chinese multinationals in de ranglijst verwerken fossiele brandstoffen en grondstoffen.

Beredeneer dat in China juist dit soort multinationals de afgelopen decennia zijn gegroeid.

Slide 24 - Open question

Gebruik bron 1. De Chinese multinationals in de ranglijst verwerken fossiele brandstoffen en grondstoffen.

Beredeneer dat in China juist dit soort multinationals de afgelopen decennia zijn gegroeid.

Slide 25 - Open question

Gebruik bron 1. Het Amerikaanse Walmart staat al jaren op de eerste plek in de ranglijst. Ook de komende jaren zal Walmart naar verwachting een hoge positie in de top 10 behouden. Dat komt onder andere door het brede assortiment en de relatief lage prijzen van de winkelketen.

Geef nog twee andere economische redenen waarom Walmart een hoge positie in de top 10 zal behouden.

Slide 26 - Open question

Gebruik bron 1.
Stelling: multinationals die gericht zijn op fossiele brandstoffen en grondstoffen zullen de komende decennia uit de top 10 verdwijnen.

Geef een argument vóór en een argument tegen deze stelling.

Slide 27 - Open question

Culturele globalisering heeft twee effecten: homogenisering en heterogenisering.

Om welk effect gaat het bij 'amerikanisering'?

A
Homogenisering
B
Heterogenisering

Slide 28 - Quiz

Culturele globalisering heeft twee effecten: homogenisering en heterogenisering.

Om welk effect gaat het bij 'lingua franca'?
A
Homogenisering
B
Heterogenisering

Slide 29 - Quiz

Culturele globalisering heeft twee effecten: homogenisering en heterogenisering.

Om welk effect gaat het bij 'multiculturele wijken in steden'?

A
Homogenisering
B
Heterogenisering

Slide 30 - Quiz

Culturele globalisering heeft twee effecten: homogenisering en heterogenisering.

Om welk effect gaat het bij 'regionale culturele identiteit benadrukken'?
A
Homogenisering
B
Heterogenisering

Slide 31 - Quiz

Culturele globalisering heeft twee effecten: homogenisering en heterogenisering.

Om welk effect gaat het bij 'transnationale netwerken'?

A
Homogenisering
B
Heterogenisering

Slide 32 - Quiz

Culturele globalisering heeft twee effecten: homogenisering en heterogenisering.

Om welk effect gaat het bij 'verdwijnen inlandse talen'?
A
Homogenisering
B
Heterogenisering

Slide 33 - Quiz

Welke 3 dingen heb je geleerd?

Slide 34 - Open question

Over welke 2 dingen heb je je verwonderd?

Slide 35 - Open question

Welke vraag wil je nog stellen?

Slide 36 - Open question