Opdracht 2: Normen en Waarden

1 / 20
next
Slide 1: Slide
BurgerschapPraktijkonderwijsLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Normen en waarden verschillen
  • Normen en waarden botsen regelmatig. Tolerantie betekent dat je mensen met andere normen en waarden accepteert.

  • Soms zijn verschillen te groot, dan vind je gedrag van anderen asociaal. Je hoeft niet alles te tolereren.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Groepsnormen
  • Normen en waarden kunnen ook binnen Nederland verschillen. Elke groep heeft zijn eigen gebruiken.

  • Groepsdruk: het gevoel dat je je MOET aanpassen aan de gebruiken van een groep.

  • Pesten is vaak ook een vorm van groepsdruk: "straks ben ik de sjaak"

Slide 4 - Slide

Tolerantie betekent dat je de normen en waarden van iemand anders goed vindt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

Koffie drinken omdat je dat lekker vindt is een voorbeeld van groepsdruk
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

Wat zijn waarden?

Slide 7 - Slide

Waarden =

De principes of uitgangspunten die 
je belangrijk vindt 
in het leven

Slide 8 - Slide

Wat zijn normen?

Slide 9 - Slide

Normen =

Regels hoe jij en anderen zich 
moeten gedragen

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video

Waarden zijn?
A
Wat JIJ belangrijk vindt in het leven
B
Hetzelfde als normen
C
Regels die de wet bepaalt
D
Wat anderen belangrijk vinden

Slide 13 - Quiz

Noem zelf eens een aantal voorbeelden van waarden

Slide 14 - Open question

Normen zijn?
A
Gezondheid
B
Waarden
C
Alles in de maatschappij
D
Geschreven en ongeschreven regels

Slide 15 - Quiz

Norm 

niet liegen

Waarde

Eerlijkheid

Slide 16 - Slide

Welke norm hoort er bij de waarde:
RESPECT

Slide 17 - Open question

Welke norm hoort er bij de waarde
VRIENDELIJKHEID

Slide 18 - Open question

Welke norm hoort er bij de waarde
VRIJHEID

Slide 19 - Open question

Slide 20 - Video