Internationaal privaatrecht - deel 1

1 / 31
next
Slide 1: Slide
Internationalisering en Internationaal rechtMBOStudiejaar 3

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Internationaal privaatrecht
  • IPR is van toepassing bij internationale aspecten van het privaatrecht
  • Geeft regels over de toepasselijkheid van het recht, de bevoegdheid van de rechter en de uitvoerbaarheid van buitenlandse beslissingen.
  • IPR is nationaal recht; in principe heeft elk land een eigen IPR.
  • IPR is conflictenrecht, dus: welk recht gaat voor?
  • IPR vragen:
     @ Wordt een echtscheiding volgens Nederlands of Turks recht geregeld?
     @ In Nederland of in Turkije?
     @ Kan een Turks vonnis in Nederland ten uitvoer worden gelegd?

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Bronnen van internationaal privaatrecht
  • Nederlands burgerlijk recht: Boek 10 BW. Buitenlands recht wordt niet toegepast als het kennelijk onverenigbaar is met de openbare orde, art. 10:6 BW
  • Nederlands burgerlijk procesrecht: Art. 431en 985 t/m 994 Rv.  Over de tenuitvoerlegging van buitenlandse vonnissen (exequatur-procedure).
  • Internationale verdragen, zoals het  Weens Koopverdrag,  het Haags Kinderontvoeringsverdrag 1980 en het Haags Alimentatieverdrag
  • Verordeningen en richtlijnen EU, zoals de Brussel II bis verordening en de Rome-I verordening 
  • In overeenkomsten tussen de betrokken kunnen afwijkende afspraken worden gemaakt, want zij mogen een rechtskeuze maken!

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Video

This item has no instructions

Waarvoor staat HCCH?
A
Haagse Conferentie voor Internationaal Privaatrecht
B
Verdrag van Den Haag

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Sinds wanneer bestaat HCCH?
A
1983
B
1893

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

HCCH is een intergouvernementele organisatie, dat wil zeggen:
A
Lidstaten zijn gebonden aan verdrag na instemming
B
Lidstaten hebben bevoegdheden overgedragen aan HCCH

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Voor welke grensoverschrijdende situatie draagt het HCCH bij aan een oplossing.

Let op: meer antwoorden zijn goed!
A
Internationale kinderontvoering
B
Eiser die dagvaarding aan gedaagde wil laten betekenen in buitenland
C
Gescheiden vrouw die kinderalimentatie wenst van ex die naar buitenland is verhuisd
D
student die baan in buitenland wil en hiervoor geboorteakte en diploma moet laten zien

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Het HCCH heeft het hoofdkantoor gevestigd in Den Haag. Daarnaast heeft het HCCH een vestiging in Buenos Aires en in:
A
New York
B
Beijing
C
Hongkong
D
New Delhi

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Het HCCH biedt uitkomst op het gebied van:

Let op: meerdere antwoorden zijn goed
A
Burgerlijk recht
B
Handelsrecht
C
Strafrecht

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Waar of niet waar?

Het HCCH doet rechterlijke uitspraken waaraan lidstaten gebonden zijn.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het doel van het HCCH?
A
Eenheid creëren in internationaal privaatrecht
B
Beslechten van internationale geschillen

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Moet je lid zijn van het HCCH om aan te kunnen sluiten bij Verdrag van Den Haag?
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Verordening Brussel II-bis
  • Personen- en familierecht
  • Verbindend in alle landen van de EU met uitzondering van Denemarken.
  • Internationale bevoegdheid van de rechter (art. 1 lid 2 Brussel II-bis)
      @ Echtscheiding
      @ Ouderlijke verantwoordelijkheid (omgang, voogdij/pleeggezin, kinderontvoering)
  • Erkenning en tenuitvoerlegging
      @ Zonder nieuwe procedure in een andere lidstaat (art. 21 Brussel II-bis)
      @ Uitzondering: strijd met de openbare orde (art. 22 en 23 onder a Brussel II-bis)
      @ Juistheid van de beslissing wordt nooit betwijfeld, art. 26 Brussel II-bis
  • Relatief bevoegde rechter: gewone verblijfplaats andere partij/kind, art. 29 Brussel II-bis

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Video

This item has no instructions

De Ierse Erin Smith wil de achternaam van haar Nederlandse kind laten wijzigen in Nederland.
Is de Brussel II-bis verordening op deze casus van toepassing?
Onderbouw met een verwijzing naar het juiste artikel.

Slide 17 - Open question

Nee, art. 1 lid 3 onder c Brussel II-bis

Slide 18 - Link

omdat deze verordening van toepassing binnen de EU, is het van belang dat studenten weer worden herinnerd aan de landen van de EU.
Let op: UK doet niet meer mee.
De Deense Soren woont in Denemarken en heeft een kind in Noorwegen. Hij wil omgang.
Is de Brussel II-bis verordening op deze casus van toepassing?
Onderbouw jouw antwoord met een verwijzing naar het juiste onderdeel van de verordening.

Slide 19 - Open question

Prambule/Overweging nummer (31): Denemarken doet niet mee.
Verder is Noorwegen geen lid van de EU.
De Nederlandse Johnny en de Duitse Sigrid willen in Luxemburg trouwen.
Is de Brussel II-bis verordening op deze casus van toepassing?
Onderbouw met een verwijzing naar het juiste artikel.

Slide 20 - Open question

Nee, art. 1 lid 3 onder a Brussel II-bis 

Het kind van Johnny en Sigrid is Duits en Nederlands, woont in Frankrijk en wordt daar geplaatst in een pleeggezin, onder voogdij van een Franse instelling.
Is de Brussel II-bis verordening op deze casus van toepassing?
Onderbouw met een verwijzing naar het juiste artikel.

Slide 21 - Open question

Ja, art. 1 lid 2 onder d) Brussel II-bis  en art. 8 lid 1 Brussel II-bis : de Franse rechter is bevoegd omdat het kind daar zijn gewone verblijfplaats heeft.

Sigrid woont inmiddels weer in Duitsland en wil omgang met haar kind, dat nog in Frankrijk woont.
Is de Brussel II-bis verordening op deze casus van toepassing?
Onderbouw met een verwijzing naar het juiste artikel.

Slide 22 - Open question

Ja, art.1 lid 2 onder a) Brussel II-bis.  art. 8 lid 1 Brussel II-bis 
de Franse rechter is weer bevoegd, omdat de verblijfplaats van het kind doorslaggevend is.

Johnny ontkent dat hij de vader is van het kind van Sigrid.
Is de Brussel II-bis verordening op deze casus van toepassing?
Onderbouw met een verwijzing naar het juiste artikel.

Slide 23 - Open question

Nee, art. 1 lid 3 onder a) Brussel II-bis

In ieder geval wil Johnny geen kinderalimentatie betalen.
Is de Brussel II-bis verordening op deze casus van toepassing?
Onderbouw met een verwijzing naar het juiste artikel.

Slide 24 - Open question

Nee, art. 1 lid 3 onder e) Brussel II-bis.

Rome I - verordening
Verbintenissenrecht
  • Voor contracten die vanaf 17-12-2009 zijn gesloten
  • Niet van toepassing in Denemarken
  • Voor toepasselijk recht bij verbintenissen in burgerlijke en handelszaken, art. 1
      @ Rechtskeuze staat voorop, art. 3 Rome I
  • Voor verschillende soorten verbintenissen regels:
      @ Art. 4 koopovereenkomsten (bijv. bestelling bij amazon.de)
      @ Art. 5 vervoerovereenkomsten (bijv. reizen, koffers leveren)
      @ Art. 8 individuele arbeidsovereenkomsten (grensarbeiders)
  • Opletten: regels veranderen als er een kennelijk nauwere band is met een ander land

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Wie betaalt er voor de verwarmingsketel?
Verschillen per land!
België
Duitsland
Nederland
ontluchten verwarming
huurder
verhuurder (contractuele afwijking mogelijk)
huurder
controle verwarmingsketel
huurder
verhuurder (conractuele afwijking mogelijk)
verhuurder
reparatie verwarmingsketel
 verhuurder (uitzondering: vorst of schuld huurder)
verhuurder
verhuurder

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Johnny uit Helmond huurt voor een periode van 5 jaar een flat in het Belgische Knokke. De verhuurder is gevestigd in het Duitse Aken. Johnny betaalt niet voor de controle van de verwarmingsketel.
De verhuurder vraagt zich af, welk recht van toepassing is.
Onderbouw jouw antwoord met een verwijzing naar het juiste artikel uit de Roe I-verordening.

Slide 27 - Open question

Art. 4 lid 1sub c Rome I: Bij huur van onroerend goed is het recht van het land waar het onroerend goed is gelegen van toepassing.
Het Belgische recht is dus van toepassing.

Antwoord
Art. 4 lid 1 c Rome I: Bij huur van onroerend goed is het recht van het land waar het onroerend goed is gelegen van toepassing.
Het Belgische recht is dus van toepassing.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Ilse uit Veldhoven reist per vliegtuig van Eindhoven naar Faro/Portugal. De vliegmaatschappij is gevestigd in Duitsland. Haar koffer komt echter niet aan. Ook vier maanden later is de koffer nog spoorloos. Haar schade is € 2.500. Welk recht is op deze casus van toepassing?
Onderbouw jouw antwoord met een verwijzing naar het juiste artikel uit de Rome I-verordening.

Slide 29 - Open question

Art. 5 lid 1 Rome I: het recht van het land waar de vervoerder zijn vestigingsplaats heeft, als de koffer daar ook wordt afgeleverd. Dat is hier niet zo, dus: recht van het land waar de koffer wordt afgeleverd. (Portugal).
Maar: Art. 5 lid 3 Rome I: de kennelijk nauwere band is hier met Nederland. De passagier vliegt vanuit en terug naar Nederland en de passagier woont in Nederland.
(opletten: art. 6 is hier niet van toepassing, omdat het niet gaat om een pakketreis, art. 6 lid 4 sub b) Rome I)
Het Nederlandse recht is dus van toepassing.

Antwoord
  • Art. 5 lid 1 Rome I: het recht van het land waar de vervoerder zijn vestigingsplaats heeft, als de koffer daar ook wordt afgeleverd. Dat is hier niet zo, dus: recht van het land waar de koffer wordt afgeleverd. (Portugal).
  • Maar: Art. 5 lid 3 Rome I: de kennelijk nauwere band is hier met Nederland. De passagier vliegt vanuit en terug naar Nederland en de passagier woont in Nederland. Art. 6 is hier nvt, omdat het niet gaat om een pakketreis, art. 6 lid 4 onder b) Rome I.
  • Het Nederlandse recht is dus van toepassing.

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Opdracht
  • Je krijgt een 3-tal casussen.
  • Je maakt één word-bestand met de volgende inhoud:
  • Los de casussen op. 
  • Schrijf per casus een formele brief waarin je aan jouw zelfgekozen cliënt antwoord geeft op zijn vraag/vragen.
  • Mocht deze les inhoudelijk worden beoordeeld: 
  • Één brief wordt inhoudelijk nagekeken (maximaal 8 punten), 
  • De andere twee brieven tellen mee voor de inspanning (2 punten).
  • Je krijgt 90 minuten de tijd.
  • Lever het word-bestand in via it's learning.

Slide 31 - Slide

This item has no instructions