O, ww.gez., PV, LV, herhaling

             Welkom
1 / 22
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

             Welkom

Slide 1 - Slide

Planning 
18 maart - TOA Lezen
25 maart - Toets werkwoordspelling
                        Theorie op SBIS: LE3
27 maart (3C + 3D) - TOA Luisteren
5 april (3B) - TOA Luisteren

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

De persoonsvorm is een
A
zelfstandig naamwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
C
werkwoord
D
alle werkwoorden in de zin

Slide 4 - Quiz

Wat is het werkwoordelijk gezegde?
A
Wie het doet in de zin
B
Alle werkwoorden in de zin
C
Het werkwoord dat vooraan komt te staan als de zin vragend is...
D
geen idee

Slide 5 - Quiz

Hoe vind je het onderwerp in een zin?
A
alle werkwoorden in de zin opschrijven
B
de tijd veranderen
C
wie of wat + ww.gez
D
zin in het meervoud zetten

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Slide

Karim moet de lamp al maanden ophangen (pv)?
A
Karim
B
moet ophangen
C
moet
D
de lamp

Slide 8 - Quiz

Die verpleegkundige kon het kind met veel moeite geruststellen
pv?
A
kon
B
geruststellen
C
Die verpleegkundige
D
het kind

Slide 9 - Quiz

Hebben jullie alle muren in de woonkamer al geschilderd?
(ww.gez.)
A
jullie
B
hebben geschilderd
C
hebben
D
alle muren in de woonkamer

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

De regering zegt dat dat nooit gebeurt.

gebeurt =
A
tegenwoordige tijd
B
bijvoeglijk
C
verleden tijd
D
voltooide tijd

Slide 12 - Quiz

Ik weet niet aan wie hij dat gisteren beloofd heeft.

Beloofd =

A
tegenwoordige tijd
B
bijvoeglijk
C
verleden tijd
D
voltooide tijd

Slide 13 - Quiz

(Worden) je broer ook zo gek van dat wachten?
A
Word
B
Wordt

Slide 14 - Quiz

Engelse werkwoorden
  • Spel je op dezelfde manier als Nederlandse zwakke ww.
ik blog, jij blogt, ik blogde, wij blogden, geblogd.

  • Bij een aantal ww laat je de -e staan (uitspraak).
ik race, jij racet, ik racete, geracet.

  • Engelse ww die je op zijn NL uitspreekt, krijgen geen dubbele medeklinker.
stressen: ik streste, gestrest.

Slide 15 - Slide

Vervoeging Engelse werkwoorden
Kies de juiste schrijfwijze:

timer
0:15
A
Hij gamet de hele dag.
B
Hij gamed de hele dag.
C
Hij gamt de hele dag.
D
Hij game't de hele dag.

Slide 16 - Quiz

Freek en Willem ... (joggen) iedere dag, terwijl Bryan liever ... (breakdancen).

Slide 17 - Open question

De dj ...(mixen) verschillende liedjes op een zo natuurlijk mogelijke manier.

Slide 18 - Open question

Hij ... (deleten) de bestanden direct.

Slide 19 - Open question

Tegen-
woordige
tijd
Verleden
tijd
Bijv.
nw
Volt.
deelwoord
gekruide
rijden
zoute
shopt
verteld
werkte
kijken
sliepen
gelopen
geschatte
las
geslapen

Slide 20 - Drag question

Oefenen
Nu Nederlands 3F


www.cambiumned.nl

Slide 21 - Slide

Planning 
18 maart - TOA Lezen
25 maart - Toets werkwoordspelling
                        Theorie op SBIS: LE3
27 maart (3C + 3D) - TOA Luisteren
5 april (3B) - TOA Luisteren

Slide 22 - Slide