Les 3 balans

Les 3 balans
1 / 27
next
Slide 1: Slide
Economie & OndernemenMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Les 3 balans

Slide 1 - Slide

Balans?

Slide 2 - Mind map

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

welke stelling klopt niet ?
A
een balans is altijd in evenwicht
B
een balans is een momentopname
C
heeft een bezitkant en een schuldkant
D
wordt altijd opgemaakt op 31 december

Slide 5 - Quiz

De rechterkant van de balans is ...
A
Schulden
B
Bezittingen

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Slide

Verschillende categorieën 
Bezittingen/debet:
Vast Activa, Vlottende activa, Liquide middelen

Schuld/credit 
Eigen vermogen, Lang vreemd vermogen, Kort vreemd vermogen 

Slide 8 - Slide

Vaste Activa
- langer dan 1 jaar door bedrijf gebruikt worden
Staat aan de kant van BEZIT 

- Bedrijfspand
- Transportmiddelen 
- Inventaris




Slide 9 - Slide

Vlottende Activa
Minder dan 1 jaar binnen de onderneming blijven. 

- Voorraad
- Debiteuren

Slide 10 - Slide

Liquide Middelen
De posten BANK en KAS 

Slide 11 - Slide

Vaste activa
Vlottende activa
Liquide middelen
Auto
Voorraad
Bankrekening
Debiteuren
Gebouw

Slide 12 - Drag question

Eigen vermogen
Door eigenaren zelf ingebracht

Schuld aan jezelf

Slide 13 - Slide

Lang vreemd vermogen
Geleend geld voor langer dan 1 jaar 

Bv Hypotheek , leningen

Slide 14 - Slide

Kort vreemd vermogen 
Geleend geld voor korter dan 1 jaar 

Crediteuren, rekening courant

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Opdracht: Les 2 de balans

Slide 17 - Slide

Wat is een balans?
A
Een overzicht van wat er is verkocht en ingekocht
B
Een overzicht van bezittingen en schulden

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Wat is eigen vermogen?
Geef de betekenis.

Slide 21 - Open question

Liquide middelen is hetzelfde als..
A
banksaldo
B
kasgeld
C
banksaldo en schulden
D
banksaldo en kasgeld

Slide 22 - Quiz

Onder welke balanspost zetten we de debiteuren
A
Vaste activa
B
Eigen Vermogen
C
Liquide middelen
D
Vlottende activa

Slide 23 - Quiz

Onder welke categorie valt een hypothecaire lening?
A
Liquide middelen
B
Eigen vermogen
C
Lang vreemd vermogen
D
Kort vreemd vermogen

Slide 24 - Quiz

Crediteur is...
A
Iemand van wie je nog geld krijgt
B
Iemand die nog goederen moet leveren
C
Iemand die voor jou de administratie doet
D
Dat je nog geld moet betalen aan iemand

Slide 25 - Quiz

Onder welke categorie valt de post auto
A
Vast activa
B
Liquide middelen
C
Vlottende activa
D
Lang vreemd vermogen

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Slide