Oefentekst + Hoofdgedachte, hoofdzaken, bijzaken en kernzinnen (deel 2, na hfd 6)

Leesvaardigheid
Hoofdgedachte, hoofdzaken, bijzaken en kernzinnen.
Nederlands
1 / 30
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1,2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Leesvaardigheid
Hoofdgedachte, hoofdzaken, bijzaken en kernzinnen.
Nederlands

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...

  • weet je wat de hoofdgedachte, hoofdzaken, bijzaken en kernzinnen zijn.

  • kun herkennen en uitleggen hoe je hoofdzaken en kernzinnen kunt vinden.

  • kun je het verschil tussen het onderwerp en de hoofdgedachte in eigen woorden uitleggen.

  • kun van een gegeven tekst zelfstandig de hoofgedachte bepalen en de hoofdzaken, bijzaken en kernzinnen onderscheiden

Slide 2 - Slide

Hoe vind je het onderwerp van een tekst?

Slide 3 - Open question

Het onderwerp
Het onderwerp van een tekst vind je door te letten op: 
  • de titel
  • de eerste zin of de eerste alinea 
  • een afbeelding bij de tekst 
  • tussenkopjes en vetgedrukte of onderstreepte woorden in de tekst 

Slide 4 - Slide

Wat is de hoofdgedachte van een tekst?

Slide 5 - Open question

De hoofdgedachte
  • De hoofdgedachte is een heel korte samenvatting in één zin. Het is het belangrijkste wat de schrijver wil vertellen. 

  • De hoofdgedachte = het onderwerp + dat wat daarover verteld wordt.  

  • Om de hoofdgedachte te formuleren moet je dus eerst het onderwerp en het tekstdoel bepalen.

  • Het onderwerp = waar de tekst over gaat. Dat kun je vaak met één of enkele woorden zeggen.
  • Tekstdoel = wat de schrijver met de tekst wil bereiken.

Slide 6 - Slide

Hoe vind je de hoofdgedachte?

  • Vraag je af wat de schrijver vertelt over het onderwerp
  • Zoek in de eerste alinea of in het slot van een tekst. 
  • De hoofdgedachte hoeft niet letterlijk in de tekst te staan. 
  • Let op! Twee teksten met hetzelfde onderwerp kunnen heel goed twee verschillende hoofdgedachtes hebben.
  • Bedenk wat de tekstsoort en het tekstdoel is, de hoofdgedachte heeft daar mee te maken.

Slide 7 - Slide



Dus het onderwerp van een tekst is waar de tekst over gaat en de hoofdgedachte van een tekst is wat de schrijver van die tekst de lezer duidelijk probeert te maken.

Slide 8 - Slide


Video
-

De hoofdgedachte

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Leg in eigen woorden uit wat de hoofdzaken in een tekst zijn?

Slide 11 - Open question

Hoofdzaken
  • Wat belangrijk is in een tekst.

  • Hoofdzaken lees je vaak in de inleiding, in het slot en in de kernzin van elke alinea.

  • Tussenkopjes en anders gedrukte woorden kunnen ook helpen om hoofdzaken te vinden.

Slide 12 - Slide

Hoofdzaken
Hoe en waar vind je de hoofdzaken?

  • Vaak in de eerste, de tweede en/of de laatste zin van een alinea.
  • Daartussen staan vaak voorbeelden, toelichtingen of een verdere uitleg, dat zijn bijzaken.
    Denk aan de hamburger... 

Stel jezelf de volgende vragen:
  1. Heb ik deze zin nodig om de tekst/de alinea goed te begrijpen?
  2. Wat zegt deze zin over het (deel)onderwerp?

Let op: sommige alinea's bevatten geen hoofdzaken.
Hoofdzaken (structuur)
Hoofdzaken (structuur)
Bijzaken (vulling)

Slide 13 - Slide

Kernzinnen
  • In een kernzin zet een schrijver vaak het belangrijkste van de alinea: de hoofdzaak.

  • Andere zinnen bevatten bijzaken, minder belangrijke dingen.

  • Een alinea kan meerdere hoofdzaken bevatten, maar heeft maar één kernzin

Slide 14 - Slide

Kernzinnen
  • Een kernzin is vaak de eerste of de laatste zin van de alinea.

  • Soms is er geen duidelijke kernzin.
    Die moet dan zelf gemaakt worden door een zin te maken met het kernwoord.

Slide 15 - Slide

Stappenplan
  • Stap 1: bepaal het (deel)onderwerp

  • Stap 2: bepaal het doel van de alinea

  • Stap 3: zoek de belangrijkste zin

  • Stap 4: kijk of er nog meer belangrijke zinnen zijn

Slide 16 - Slide

Vragen bij de tekst: Jongeren somber door lockdown: 'Mijn leven is saai en uitzichtloos'
1. Wat is het onderwerp?
2. Noteer de hoofdzaken uit de 1e, 2e, 3e, 4e alinea.
3. Wat is een goede tussenkop bij alinea 3 en 4?
4. Noteer alle hoofdzaken uit de 5e alinea.
5. Noteer alle hoofdzaken uit de 6e alinea.
6. Wat is een goede tussenkop bij alinea 5 en 6.
7. Noteer alle hoofdzaken uit de 7e alinea.
8. Noteer alle hoofdzaken uit de laatste alinea.
9. Wat is de hoofdgedachte van de tekst?

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Link

Wat is het onderwerp van de tekst?

Slide 19 - Open question

Noteer alle hoofdzaken uit de eerste alinea.

Slide 20 - Open question

Noteer alle hoofdzaken uit de tweede alinea.

Slide 21 - Open question

Noteer alle hoofdzaken uit de derde alinea.

Slide 22 - Open question

Noteer alle hoofdzaken uit de vierde alinea.

Slide 23 - Open question

Wat zou een goede tussenkop zijn bij alinea 3 en 4?

Slide 24 - Open question

Noteer alle hoofdzaken uit de vijfde alinea.

Slide 25 - Open question

Noteer alle hoofdzaken uit de zesde alinea.

Slide 26 - Open question

Wat zou een goede tussenkop zijn bij alinea 5 en 6?

Slide 27 - Open question

Noteer alle hoofdzaken uit de zevende alinea.

Slide 28 - Open question

Noteer alle hoofdzaken uit de laatste alinea.

Slide 29 - Open question

Formuleer de hoofdgedachte van de tekst.

Slide 30 - Open question