Veiligheid in de huisinstallatie

Transport van elektriciteit
Elektriciteit wordt opgewekt in 
een elektriciteitscentrale. 
Van daaruit wordt het vervoerd 
over land of onder de grond naar 
woonhuizen, kantoren 
scholen, etc.
Bekijk het filmpje hiernaast:
1 / 25
next
Slide 1: Slide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Transport van elektriciteit
Elektriciteit wordt opgewekt in 
een elektriciteitscentrale. 
Van daaruit wordt het vervoerd 
over land of onder de grond naar 
woonhuizen, kantoren 
scholen, etc.
Bekijk het filmpje hiernaast:

Slide 1 - Slide

In schema
De spanning (aantal Volt) moet in stapjes omlaag gebracht worden naar de spanning die we thuis nodig hebben voor onze apparaten (230 Volt)

Slide 2 - Slide

De meterkast
De stroom komt het huis binnen in de meterkast. De hoeveelheid verbruikte stroom wordt gemeten met een elektriciteitsmeter oftewel een kWh-meter (kilo Watt uur meter). Nummer 1.
1

Slide 3 - Slide

De meterkast
De stroom gaat vervolgens langs de hoofdschakelaar waarmee je alle stroomtoevoer naar de apparaten in je huis zelf af kunt sluiten.  Nummer 2.
2

Slide 4 - Slide

De meterkast
De stroom gaat dan langs de aardlekschakelaar. Nummer 3. De aardlekschakelaar meet of er geen stroom 'weg lekt' bij één van de apparaten in je huis.
3

Slide 5 - Slide

Bedrading
In een huisinstallatie kennen we 4 kleuren draden:
  1. blauwe draad = nuldraad
  2. bruine draad = fasedraad
  3. zwarte draad = schakeldraad
  4. groen/gele draad = aardedraad

Aardedraad wordt aangesloten op de metalen buitenkant van een apparaat.

Slide 6 - Slide

Aardlekschakelaar
Als er stroom op de buitenkant van de wasmachine komt te staan, 'lekt' er stroom weg. Om te voorkomen dat de stroom door jou heen gaat, schakelt de aardlekschakelaar de stroom naar het hele huis uit.

Slide 7 - Slide

De meterkast
De stroom wordt verdeeld over verschillende 'groepen'.  
Nummer 4
Iedere groep levert stroom aan een bepaald gedeelte van het huis. Bijvoorbeeld: groep 1 = zolder / groep 2 = badkamer.
4

Slide 8 - Slide

De meterkast
Iedere groep heeft een zekering waar de stroom doorheen gaat. Als er ergens in huis kortsluiting ontstaat bij een apparaat, dan schakelt de zekering de stroomtoevoer in die groep uit.

Slide 9 - Slide

Kortsluiting
Bij kortsluiting gaat er ineens heel erg veel stroom door de draden. Deze worden dan heel erg warm waardoor er brand kan ontstaan. Om dit te voorkomen schakelt de zekering de stroomtoevoer uit.

Slide 10 - Slide

De meterkast
Iedere groep heeft een zekering waar de stroom doorheen gaat. Als er ergens in huis overbelasting ontstaat in een groep, dan schakelt de zekering de stroomtoevoer in die groep uit.

Slide 11 - Slide

Overbelasting
Bij overbelasting zijn er teveel apparaten aangesloten op één groep. Ook dan gaat er te veel stroom door de draden. Deze worden dan heel erg warm waardoor er brand kan ontstaan. Ook nu stopt de zekering de stroomtoevoer.

Slide 12 - Slide

Onthouden!

Slide 13 - Slide

Welke kleuren draad gebruik je in een elektrische installatie?
A
geel, groen , blauw en bruin
B
rood, wit, blauw en oranje
C
Bruin, blauw, geelgroen en zwart
D
Rood, zwart , groen en wit

Slide 14 - Quiz

Er is een zekering doorgeslagen, wat is een mogelijke oorzaak?
A
overbelasting
B
Piet zit aan de aardleiding
C
kapotte lamp
D
de nul draad is kapot

Slide 15 - Quiz

sleep het woord naar de juiste plek.
transformatorhuisje
transformatorstation
woning
elektriciteitscentrale
hoogspanningsmast

Slide 16 - Drag question

Wat doet de randaarde als een apparaat onder stroom komt te staan?
A
de randaarde zorgt ervoor dat de aardlekschakelaar uit gaat
B
de randaarde laat een zekering kapot gaan
C
de randaarde voert de stroom snel weg naar de aarde
D
de randaarde voert de stroom naar de rand van het apparaat

Slide 17 - Quiz

Een huisinstallatie bestaat altijd uit meerdere groepen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

Een huisinstallatie is te vergelijken met
A
Serie-schakeling
B
Gemengde schakeling
C
Parallel schakeling

Slide 19 - Quiz

WAAR
NIET WAAR
Binnen een groep van de huisinstallatie staan alle apparaten in serie geschakeld. 
De aardlekschakelaar vergelijkt de stroomsterkte in de fasedraad met de stroomsterkte in de nuldraad.
Bij overbelasting wordt de spanning enorm groot.

Slide 20 - Drag question

Hieronder zie je een schematische tekening van een elektriciteitscentrale.
Zet de cijfers bij de volgende omschrijvingen op de juiste plaats:
Er ontstaat elektrische energie
Het schoepenrad gaat draaien
De generator gaat draaien
Brandstof wordt verbrand
In de ketel wordt water gekookt
De stoom blaast tegen een schoepenrad
De afgekoelde stoom condenseert en gaat terug naar de ketel

Slide 21 - Drag question

Een elektriciteitscentrale zet energie om in elektriciteit.
Op welke energie 'werkt' een centrale?
A
Batterij energie
B
Elektrische energie
C
Chemische energie
D
Stopcontact energie

Slide 22 - Quiz

Om de spanning van de elektriciteitscentrale naar de gebruikers te vervoeren, wordt de spanning
A
Verhoogd
B
Verlaagd

Slide 23 - Quiz

In een elektriciteitscentrale word elektriciteit opgewekt met een
A
stopcontact
B
windmolen
C
verdeel station
D
generator

Slide 24 - Quiz

Welk onderdeel in de elektriciteitscentrale levert de elektrische energie?
A
Turbine
B
Ketel
C
Generator
D
Transformator

Slide 25 - Quiz