5.4 Taal Compleet

• Nederlands
• ISK

5.4 Taal Compleet

Kapper, tuinman, schilder

Wat wilde je vroeger worden?

Welk beroep lijkt je nu leuk?

Luister naar de tekst

Je hoort verhalen van drie studenten. Zij hebben allemaal een opleiding gedaan. Ze vertellen hoe ze hun opleiding vonden en wat ze in de toekomst willen doen.

Renata wil misschien nog verder leren.

1. waar
2. niet waar

Renata heeft het examen goed gemaakt.

1. waar
2. niet waar

Renata is nu op zoek naar een baan.

1. waar
2. niet waar

Nairo vond de theorielessen het leukst.

1. waar
2. niet waar

Nairo heeft stage gelopen in het buitenland.

1. waar
2. niet waar

Nairo is over een week klaar met zijn studie.

1. waar
2. niet waar

Denzel kreeg meer praktijk dan theorie.

1. waar
2. niet waar

Denzel leerde hoe hij veilig kon werken.

1. waar
2. niet waar

Denzel heeft al een baan gevonden.

1. waar
2. niet waar

Wat betekent het woord 'verven'?

1. Korter maken
2. een andere kleur geven

Wat betekent het woord 'slagen'?

1. Het examen goed maken.
2. Het examen slecht maken.

Wat betekent het woord 'de toekomst'?

1. wat al is gebeurd
2. wat nog gaat gebeuren

Wat betekent 'het verhaal'?

1. Je kunt het koken en eten.
2. Je kunt het lezen of vertellen.

Zelf werken

Maak nu de opdrachten uit 5.4 af in je boek.

Klaar?

Maak dan de computeropdrachten.