Fictie: ruimte

Fictie: nieuwe Nikes
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Fictie: nieuwe Nikes

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Inhoud van de les
- Fictie: ruimte. Je gaat leren over de ruimte in een verhaal.
- Je leest het verhaal: nieuwe Nikes
-Daarna maak je de opdracht

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Doelen:
Aan het eind van de les kan je 
-verschillende plaatsen (ruimte) in een verhaal beschrijven.
-vier dingen noemen die je bij een plaats in een verhaal kan bedenken

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Welke twee soorten fictie ken je nog?

Slide 4 - Open question

This item has no instructions


A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions


A
fictie
B
non-fictie

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions


A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions


A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Hoofdpersonen en bijpersonen
Hoofdpersonen in een verhaal leren we beter kennen.
Van bijpersonen komen we niet zoveel te weten. 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Wat kom je in een verhaal te weten over hoofdpersonen?
A
Hoe hij/zij eruit ziet.
B
Waar hij/zij woont.
C
Wat hij/zij zegt.
D
Wat hij/zij denkt.

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Nieuwe leerstof: Ruimte

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Ruimte
De ruimte gaat over de omgeving waarin het verhaal zich afspeelt. Ieder verhaal speelt zich af op een bepaalde plaats of in een bepaald vertrek.
Soms vertelt de schrijver helemaal niets over die plaats. Dan heet de ruimte onbepaald.
Maar in de meeste gevallen geeft de schrijver wel informatie over de plaats, soms weinig, soms juist heel veel.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Ruimte
Het weer wordt ook gezien als onderdeel van de ruimte. Met het weer kan je als schrijver extra sfeer geven aan een verhaal. Denk maar aan een horrorverhaal, waar het onweert in de nacht.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Wat zie je in deze ruimte?

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Welke dingen kun je bedenken die je niet ziet?

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

Rolf hoofdpersoon.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Maak een schema zoals hieronder. Schrijf op welke locaties je allemaal hebt gelezen en geef voorbeelden. 

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Wat geef je deze les?
A
1 ster
B
2 sterren
C
3 sterren
D
4 sterren

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions