voorzetsels landen, partir, sortir, het weer Marit observatie

1 / 23
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

> Je leert over de Franse cultuur, Reizen en vervoersmiddelen.

> Je kunt over het weer vertellen 

> Je kunt vertellen naar welk land je reist of in welk land/welke plaats je bent. 

Slide 2 - Slide

> Parlez 
> Jouer un jeu (partir, sortir et les pays) 
> Expliquer voorzetsels van landen
> Faites les exercices 
> Partir et sortir (socrative --> Roomname: MOOI5001)

Slide 3 - Slide

Parler v2 
vraagzinnen

Slide 4 - Slide

Voorzetsels landen en steden

> être / aller + au/en/aux/à.....+ "le / la / les land"/ eiland/stad


stad of eiland? = à
mannelijk land = à + le = au
vrouwelijk land = à + la = en
meervoud land = à + les = aux
eindigt een land op een 'e'? = vrouwelijk
eindigt of start een land met een medeklinker = mannelijk? 

Slide 5 - Slide

Voorzetsels landen en steden




stad of eiland? = à
mannelijk land = à + le = au
vrouwelijk land = à + la = en
meervoud land = à + les = aux
eindigt een land op een 'e'? = vrouwelijk
eindigt of start een land met een medeklinker = mannelijk? 

Slide 6 - Slide

Voorzetsels landen en steden




quoi: faites werkblad voorzetsels landen en steden
comment: dans ton cahier
aide: ta voisine/ton voisin, ta prof
durée: 10 minutes
contrôler: met een nakijkblad (5 min)
fini? faites socrative: partir et sortir 
       Roomname: MOOI5001 (10 min)
fini? faites page 17-18 exercice 8C, 8D, 8 E
invullen enquête: website: mijnles.nu/ 
                 wachtwoord: 3GCD0X9

Slide 7 - Slide

Vertaal het woord tussen haakjes met de juiste voorzetsels
on est .... (Hollande)

Slide 8 - Open question

Vertaal het woord tussen haakjes met de juiste voorzetsels
Je vais .... (Belgie)

Slide 9 - Open question

Vertaal het woord tussen haakjes met de juiste voorzetsels
Je suis .... (Luxemburg)

Slide 10 - Open question

Vertaal het woord tussen haakjes met de juiste voorzetsels
J'habite .... (Turkije)

Slide 11 - Open question

Vertaal het woord tussen haakjes met de juiste voorzetsels
(wij gaan =) nous allons .... (Frankrijk)

Slide 12 - Open question

Vertaal het woord tussen haakjes met de juiste voorzetsels
ils sont .... (Duitsland)

Slide 13 - Open question

Vertaal het woord tussen haakjes met de juiste voorzetsels
J'habite .... (VS)

Slide 14 - Open question

Vertaal het woord tussen haakjes met de juiste voorzetsels
vous êtes .... (Spanje)

Slide 15 - Open question

Vertaal het woord tussen haakjes met de juiste voorzetsels
Je vais .... (Marokko)

Slide 16 - Open question

Vertaal het woord tussen haakjes met de juiste voorzetsels
J'habite .... (Nederland)

Slide 17 - Open question

Vertaal het woord tussen haakjes met de juiste voorzetsels
Elle est .... (Zwitserland)

Slide 18 - Open question

Slide 19 - Video

Le temps
> Quel temps fait-il aujourd'hui?
> Quel temps faisait-il hier?

Slide 20 - Slide

La météo: Zet de juiste letter bij het juiste plaatje/cijfer
Il fait chaud
Il fait très froid
il y a du soleil et le ciel est couvert

Il fait orage

Slide 21 - Drag question

La météo: Zet de juiste letter bij het juiste plaatje/cijfer.
Il neige
Il y a du soleil
Il pleut
Il fait très froid 

Il y a du vent


Slide 22 - Drag question

Le temps
> Quel temps fait-il aujourd'hui?
> Quel temps faisait-il hier?

Slide 23 - Slide