Hoofdstuk 1 Je inkomen

Strux
Geldzaken

Hoofdstuk 1
Je inkomen
1 / 25
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijPraktijkonderwijsLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Strux
Geldzaken

Hoofdstuk 1
Je inkomen

Slide 1 - Slide

Aan het eind van deze les:
- Ken je het verschil tussen inkomsten en uitgave.
- Ken je het verschil tussen bruto- en nettoloon.

Slide 2 - Slide


Hoeveel geld heb jij per maand
te besteden?
anoniem antwoord

Slide 3 - Open question


Spaar je ook?
Nee, ik geef iedere maand (bijna) alles uit.
Ik spaar een deel, de rest geef ik uit.
Ik spaar bijna alles. Ik koop eigenlijk heel weinig.

Slide 4 - Poll








 
= geld dat binnenkomt








= geld dat je uitgeeft

Slide 5 - Slide

inkomsten
  • Geld dat je krijgt of verdient
  • bv zakgeld, kleedgeld of salaris

Slide 6 - Slide

Welke inkomsten heb jij?

Slide 7 - Mind map

zakgeld en kleedgeld
  • bedragen die je van je ouders of verzorgers krijgt.
  • per gezin andere bedragen en andere regels
  • afspraken maken over waar het geld aan besteed moet worden

Slide 8 - Slide

salaris
  • geld dat je verdient heet salaris of loon
  • weet jij hoeveel geld je ouders verdienen?
  • de ene baan verdient beter dan de andere (bv kassamedewerker of directeur)

Slide 9 - Slide

Uitgaven
  • Geld dat je uitgeeft.
  • Vaste lasten (telefoon, ov reizen)

Slide 10 - Slide


Tip: je kan ook antwoorden met een plaatje!
Waar geef jij het meeste 
geld aan uit?

Slide 11 - Open question


Geef jij weleens teveel geld uit?
nee, nooit
heel soms
best wel vaak

Slide 12 - Poll


Alles wat ik koop 
heb ik echt nodig!
Ja
Nee

Slide 13 - Poll

Ik zou 
minder geld kunnen uitgeven aan...

Slide 14 - Mind map

inkomsten
uitgaven
loon ontvangen
uitkering
salaris
cadeau kopen
zakgeld inleveren
kleedgeld
stagevergoeding

Slide 15 - Drag question

Opdracht:
- Maken opdracht 1 - 2 - 3 - 4 
Bladzijde 2 t/m 3

Slide 16 - Slide

Uitleg Bruto en Netto loon

Slide 17 - Slide

Nettoloon

  • Het loon dat je ontvangt op je betaalrekening
  • Nettoloon = brutoloon - inhoudingen
  • Brutoloon = nettoloon + inhoudingen

Slide 18 - Slide

Brutoloon


Premies volksverzekeringen (gebruikt voor betalen van uitkeringen
Loonbelasting
Nettoloon (krijg je op je rekening gestort

Slide 19 - Slide

Voorbeeld loonstrook
  • Wat is het brutoloon?
  • Wat is het nettoloon?


Slide 20 - Slide

Nettoloon =
A
brutoloon - (loonbelasting + sociale premies)
B
brutoloon - loonbelasting
C
brutoloon - sociale premies
D
brutoloon

Slide 21 - Quiz

Het brutoloon krijg je uitbetaald
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quiz

Brutoloon is lager dan nettoloon
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quiz

Welk loon krijg je op je bankrekening gestort?
A
brutoloon
B
nettoloon

Slide 24 - Quiz

Opdracht:
- Maken opdracht 5 - 6 - 7 - 8 - 9
Bladzijde 4  t/m 6

Slide 25 - Slide