Taluds van natte oevers
De helling van een talud onder water is vaak anders de helling van een talud boven water. Als je grond onder water stort, loopt het onder een flauwe helling uit. Dat komt door de opdrijvende kracht van het water. Door het water hebben de grondkorrels minder gewicht waardoor ze minder stevig op elkaar komen te liggen.
Om erosie te voorkomen mag een talud onder water niet te stijl zijn. Afhankelijk van de samenstelling van de grond hanteren waterschappen vaste richtlijnen voor de taludhellingen van sloten.
De meest toegepaste taludhelling is verticaal : horizontaal = 1:1,5. Dit talud blijft alleen in stand in stabiele kleigronden of bij toepassing van taludverdediging.
In onstabielere gronden en bij grotere watergangen wordt een helling toegepast van 1:2.
Bij een bodemopbouw waarbij zand in de ondergrond zit, wordt voor het taluddeel dat zich onder water bevindt ook wel 1:3 of 1:4 toegepast.