M6 1.3 en 2.1 Risicoaversie en verzekeren

M6 1.3 en 2.1 
Risicoaversie en verzekeren
1 / 19
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

M6 1.3 en 2.1 
Risicoaversie en verzekeren

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
  • Je kunt onzekere situaties vergelijken met een loterij
  • Je kunt de keuzes van een risicoavers persoon toelichten
  • Je kunt uitleggen hoe verzekeringen werken

Slide 2 - Slide

Programma



LessonUp vragen (10 min)
Uitleg risicoaversie en verzekeren (20 min)
Opgaven maken (40 min)
Afsluiting: wat heb je geleerd? (5 min)

Slide 3 - Slide

Uitleg
Pak pen & papier om aantekeningen te maken.

Slide 4 - Slide

Hoe bereken je een risico?

Slide 5 - Open question

"Risico van een blessure 'city pier city loop' is 8%." Hetzelfde risico als in economie? Waarom wel of niet?

Slide 6 - Open question

Welk risico is beter in te schatten: diefstal van exclusief 18e eeuws meubelstuk of van scooter? Waarom?

Slide 7 - Open question

Wat betekent het
als je 'risicoavers' bent?

Slide 8 - Mind map

Uitleg
Risico in de economie: Kans op die schade x het schadebedrag

Onzekere situatie is voor economen als een loterij.
  • Kansrekening bij wiskunde. 
  • Een lot voor loterij kost € 20,-
  • 50% kans op prijs van € 24,- en 50% kans op € 16,- 
  • Wat is verwachte opbrengst? 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Uitleg
Groep van 100 mensen met auto van € 10.000, 5 daarvan lopen kans dat die auto wordt gestolen (is 5 %)
  • Wat is de verwachte totale schade voor de groep?
  • De groep besluit het risico samen te dragen, wat betaalt ieder?
  • Verzekeringspremie is totale risico / aantal mensen: 5 x 10.000 = 50.000 / 100 mensen = 500 premie per persoon

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Uitleg
Iedereen heeft de keus om het risico zelf te lopen of om het risico te laten verdwijnen met een verzekering.
> De verwachte kosten zijn gelijk, maar het risico verschilt.
  • Wat kiest iemand met veel geld?
  • Wat kiest iemand die niet zomaar € 10.000 heeft?
  • Wat kiest iemand die risicoavers is? 

Slide 17 - Slide

Opdracht


H1: Opgaven 9 t/m 11, 13 en 15
H2: Opgaven 1 t/m 3

Slide 18 - Slide

Lesdoelen
  • Je kunt onzekere situaties vergelijken met een loterij
  • Je kunt de keuzes van een risicoavers persoon toelichten
  • Je kunt uitleggen hoe verzekeringen werken

Slide 19 - Slide