Creatief schrijven leerjaar 1

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Creatief schrijven

Les 1: verhaal met verrassende zelfstandig naamwoorden

Les 2: (LessonUp nodig)

• theorie
  
• uitleg beoordeling 
  
• Oefening levendige zinnen
  

Les 3: tekst schrijven

Les 4: teksten van elkaar beoordelen

Les 1

1. Verzamelen zn

2. Beginzin

3. Verhaal schrijven

4. Verhalen voorlezen

5. Tips en tops 

Les 2

• Theorie over creatief schrijven 
  
• Uitleg beoordeling 
  
• Oefenen

Hoe vond je het schrijven van een verhaal in de vorige les?

1. Makkelijker dan verwacht
2. Moeilijker dan verwacht
3. Leuker dan verwacht
4. Minder leuk dan verwacht

Wat kan jij al goed met betrekking tot het schrijven van een tekst/verhaal?

Wat vind je nog moeilijk met betrekking tot het schrijven van een verhaal?

Wat wil je nog leren om zelf een verhaal te kunnen schrijven?

Wat maakt een tekst leuk om te lezen?

Waar let je op?

• Is de tekst vloeiend/ loopt het?
• Creativiteit (zinsbouw, woordgebruik)
  
• Samenhang (signaalwoorden)
  
• Spelling
• Leestekens 

Saaie zin <-> levendige zin

Voeg bijvoeglijk naamwoorden toe:

De jongen loopt in het bos.

De boze jongen uit groep 8 loopt door het donkere, natte bos. 

Oefenen

Stach gaat het probleem oplossen.

In Winterswijk luiden de kerkklokken.

Morgen vieren wij de verjaardag van Youssef. 

Directe rede

Maak in het verhaal ook gebruik van de directe rede. Het verhaal wordt zo levendiger en spannender om te lezen:

• Opeens schreeuwde hij: "Waar denk je wel waarmee je bezig bent!". 
  
  
• "Ik ben alleen maar even aan het rondkijken", antwoordde ik vriendelijk.

 

Actieve zinnen - (+ oefeningetje)

1. Maak een korte zin met een onderwerp en een actief werkwoord.
   
2. Verander de zin zo, dat duidelijk wordt hoe jij het voor je ziet. 

Voorbeeld:

•  Op straat loopt een man 
• ‘lopen’ is het actieve werkwoord. 

Wat doet de man echt? Holt hij? Schuifelt hij? Drentelt hij? Huppelt hij? 

Maak het beeldend! Wat jij in gedachten ziet, probeer dat zo goed mogelijk te verwoorden.

Klaar voor de start?

Kies één van de vijf onderwerpen:

1. Dagboek van een vogelverschrikker
   
2. Wat maakt je kat mee als hij door het kattenluikje naar buiten sluipt
   
3. Je krijgt een verjaardagscadeau dat je absoluut niet had willen hebben
   
4. Je werkt in een dierenwinkel en hebt per ongeluk driehonderd muizen laten ontsnappen 
   
5. Als je morgenochtend wakker wordt, merk je dat je onzichtbaar bent 
   

• Noteer dit onderwerp in je schrift
  
• Brainstorm over het onderwerp 

Aan de slag

1. Schrijf je verhaal (250 - 400 woorden)

2. Bedenk een titel

3. Controleer je verhaal aan de hand van het beoordelingsformulier en de dia Waar let je op? en verbeter het waar nodig. 

4. Beoordeel het verhaal van een klasgenoot. Geef tips en tops

5. Verbeter je eigen verhaal 

Les 3

Gelukt met boekverslag?

Verhaal schrijven

Wat weet je nog?

• Tekst aantrekkelijk maken
  
• Welke stappen volg je? 

Aan de slag

1. Schrijf je verhaal (250 - 400 woorden) = huiswerk

2. Bedenk een titel

3. Controleer je verhaal aan de hand van het beoordelingsformulier en de dia Waar let je op? en verbeter het waar nodig. 

4. Beoordeel het verhaal van een klasgenoot. Geef tips en tops

5. Verbeter je eigen verhaal 

Aan de slag

1. Schrijf het verhaal af

2. Vraag feedback aan een ander:

• Creativiteit 
• Spelling
• Interpunctie/zinsbouw

3. Verbeter je verhaal

Les 4 

1. Verhalen beoordelen (docent doet 1 voor)

2. Tips en tops en verbeteren (20 min.)

3. Voorlezen?

Klaar?

Start met lezen H2 blz. 42 (startopdracht en opdracht 1)