3.2 Warmtetransport door wind (deel 2)

3.2 Warmtetransport door wind en zeestromen

1 / 35
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 35 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

3.2 Warmtetransport door wind en zeestromen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Terugblik 
Welke woorden horen op de plek van A, B, C en D? 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Evenaar versus ITCZ
Evenaar beweegt niet, is de 0 graden breedte lijn
ITCZ = lage drukgebied, dit beweegt 
1. door de scheve stand van de aardas verandert de breedtegraad waar de zon loodrecht instraalt. 

2. op de plek waar maximale instraling is, wordt de lucht warm, stijgt hij op en dus lage drukgebied

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Evenaar = witte lijn
Evenaar = witte lijn
ITCZ = rode lijn
p.88

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Paarse pijlen zijn passaten

Waaien van H naar L 
 
L = dus eigenlijk ITCZ, 
niet  perse de evenaar. 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Rode pijlen zijn moessons   

Waaien van H naar L, 
maar zodra ze de evenaar oversteken veranderen ze van richting.

Let op de tweede wet van Buys Ballot, 

Noord afwijking rechts
Zuid afwijking links   

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

moesson
zuidwest
moesson
Noorwest

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Waarom komen er zulke heftige regenbuien voor  in India?
En wanneer gebeurt dat?

Hiervoor moet je weten: wat het windsysteem is (lucht circulatie) 
 

Slide 8 - Slide

Moessonregens in Azië 
3.2 Deel 2
Warmtetransport door zeestromen
 

Slide 9 - Slide

Moessonregens in Azië 
Lesdoel(en)
Aan het einde van de les kan je
  • uitleggen hoe zeestromen invloed hebben op het klimaat 

  • klimaatgebieden onderscheiden aan de hand van het systeem van Köppen

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Oceanische circulatie
  • Naast wind ook zeestromen erantwoordelijk voor verdeling van warmte
  • Dezelfde afwijkingen (wet van Buys Ballot 2)
Noordelijk halfrond draait met wijzers van klok mee (rechts)

Zuidelijk halfrond tegen wijzers van klok in (links)
p.89

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Oceanische circulatie
  • Warme en koude zeestromen
     
  • Let op: niet letterlijk warm of koud,

    maar hoger of lager dan je zou verwachten op die breedtegraad.  
p.89

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Oceanische circulatie

  • Warme zeestromen brengen warm water naar polen
     
  • Koude zeestromen brengen koud water naar lagere breedten
     
  • Effect op temperatuur:
    bijv.: warme zeestroom aangename temperatuur  in winter 
p.89

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Invloed van zeestromen op klimaat

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Zeestromen
  • Zeestromen kunnen warm zeewater uit de tropen naar de poolstreken voeren.
  • Zeestromen kunnen ook koud poolwater naar warme streken brengen.
  • Een zeestroom heeft invloed op de temperatuur op het land.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Zelfstandig werken 

Maken van par. 3.2: opdracht 8
timer
5:00

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Systeem van Köppen
  • Wereld opgedeeld in klimaatgebieden
  • Vijf zones:
    A) Tropisch regenklimaat
    B) droog klimaat
    C) maritiem klimaat (zeeklimaat)
    D) continentaal klimaat(landklimaat) 
    E) koud klimaat 
p.90

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Systeem van Köppen

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Herhaling 3.2  opdracht 12 
Welke van onderstaande beweringen zijn waar:

  1. Als gevolg van de corioliskracht krijgt de wind op het zuidelijk halfrond een afwijking naar rechts
  2. Op ongeveer 60 graden N.B. en Z.B. ligt een lagedrukgebied.
  3. Poolwinden waaien altijd uit oostelijke richting.
  4. De ITCZ bereikt op het zuidelijk halfrond een hogere breedte dan op het noordelijk halfrond
  5. Moessons zijn halfjaarlijkse winden die tussen de keerkringen waaien
  6. Op het noordelijk halfrond draait het circulatiepatroon van de zeestromen tegen de wijzers van de klok in. 

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Herhaling 3.2 opdracht 12
Welke van onderstaande beweringen zijn waar:

  1. Als gevolg van de corioliskracht krijgt de wind op het zuidelijk halfrond een afwijking naar rechts
  2. Op ongeveer 60 graden N.B. en Z.B. ligt een lagedrukgebied.
  3. Poolwinden waaien altijd uit oostelijke richting.
  4. De ITCZ bereikt op het zuidelijk halfrond een hogere breedte dan op het noordelijk halfrond
  5. Moessons zijn halfjaarlijkse winden die tussen de keerkringen waaien
  6. Op het noordelijk halfrond draait het circulatiepatroon van de zeestromen tegen de wijzers van de klok in. 

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Lesdoel(en)
Aan het einde van de les kan je:
  • uitleggen hoe zeestromen invloed hebben op het klimaat 

  • klimaatgebieden onderscheiden aan de hand van het systeem van Köppen

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Zelfstandig werken 

Maken van par. 3.2: opdrachten
 9,10, 
timer
10:00

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Woordenboek
Vul je persoonlijke woordenboek aan met de 
woorden die je nog niet kent:
Weer
Klimaat
Stralingsbalans
Invalshoek zon
Luchtdruk
Neerslag
Moesson
(aanlandige)wind
Buys Ballot
Corioliseffect
Passaat
ITCZ
Oceanische circulatie
Köppen

Slide 35 - Slide

This item has no instructions