1. Je legt uit wat voorlichting, advies en instructie inhoudt.
2. Je vat samen wat het belang is van het geven van voorlichting, advies en instructie aan een zorgvrager.
3. Je kunt legt uit hoe je methodisch en op verschillende niveaus voorlichting, advies en instructie geeft aan een zorgvrager.
4. Je benoemd wat de rol van de zorgvrager en wat jouw rol is in het methodisch voorlichting, advies en instructie geven.
5. Je legt uit waar je op let bij de inzet van zorgtechnologie met betrekking tot het geven van voorlichting, advies en instructie.