§ 7 Examenopdrachten

Planning
Planning
1. Nakijken huiswerk
paragraaf 6
vraag 8-14
2.Zelfstandig maken § 7 examenopdrachten
werkboek 25/26
lesboek 28/29l
3. Proefwerk H1 Indonesië
Woensdag 11 oktober
1 / 53
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

This lesson contains 53 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Planning
Planning
1. Nakijken huiswerk
paragraaf 6
vraag 8-14
2.Zelfstandig maken § 7 examenopdrachten
werkboek 25/26
lesboek 28/29l
3. Proefwerk H1 Indonesië
Woensdag 11 oktober

Slide 1 - Slide

8a
  •  a Om welke twee redenen stopte Nederland met
  • de politionele acties?
  • □ De VS dreigden de economische hulp aan
  • Nederland te stoppen.
  • □ Nederland durfde niet verder tegen de VN en
  • de Veiligheidsraad in te gaan.

Slide 2 - Slide

8b
  • b Leg uit welke reden de VS hadden om de Republiek Indonesië te steunen.
  • De regering van de republiek streed tegen het communisme, net als de VS.

Slide 3 - Slide

9
  •  Welk woord past bij soevereiniteit?
  • B Onafhankelijkheid

Slide 4 - Slide

10
  • Waarom wilden de Molukkers een eigen land, los van Indonesië? Vul de juiste woorden in.
  • Veel Molukkers waren lid geweest van het KNIL en hadden voor de Nederlanders gevochten. Daarom werden ze in Indonesië
  • gezien als verraders . Veel Molukkers waren bang gestraft te worden. Ze riepen een eigen republiek uit: de RMS.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

11a
  • a Geef twee argumenten waarom Nederland Indonesië wilde behouden. Gebruik bij je antwoord HB bron 3 en de leertekst.
  • 1 Nederland en Indonesië hoorden al eeuwen bij elkaar; die band mocht niet verbroken worden.
  • 2 Nederland wilde het geld niet kwijt dat het in Indonesië verdiende op de plantages en in de mijnen.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

11b
  • b Noem twee manieren hoe Nederland Indonesië
  • probeerde te behouden. Gebruik bij je antwoord HB bron 1 en de leertekst.
  • 1 Nederland probeerde te onderhandelen, maar dat mislukte.
  • 2 Nederland probeerde met twee politionele acties Indonesië terug te krijgen.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

12
  •  Bekijk WB bron 2 en lees WB bron 3. De Indonesiërs hadden het grootste leger. De Nederlanders wonnen toch gemakkelijk van hen.
  • Leg dit uit aan de hand van de twee bronnen.
  • Nederlandse militairen hadden geweren. Van de Indonesische strijders had maar een op de tien een geweer. De anderen hadden een speer of een zwaard.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

13
  • Lees WB bron 4. Hoe past de bron bij de manier van vechten van de Indonesiërs?
  • Indonesiërs waren guerrillastrijders. Die vechten in het donker en vanuit de rimboe.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

14a
  •  Lees WB bron 5.
  • a Hoe ziet bevelhebber Spoor de Nederlandse soldaten?
  • Als bevrijders.

Slide 16 - Slide

14b
  • b Leg uit dat dit een vorm van propaganda is.
  • De Nederlanders kwamen niemand bevrijden. Ze kwamen een land terugveroveren, waarvan ze vonden
  • dat het van hen was.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Examenopdrachten
13 vragen
maximaal 17 punten
Antwoorden op proefwerkblaadje
timer
12:00

Slide 19 - Slide

1
1p 1 Hieronder staan vijf gebeurtenissen uit de geschiedenis van Indonesië:
1 De eerste Nederlanders komen in Oost-Indië aan.
2 De kolonie krijgt een nieuwe naam: Nederlands-Indië.
3 De VOC wordt opgericht.
4 Het cultuurstelsel wordt beëindigd.
5 Koning Willem I geeft gouverneur-generaal Van den Bosch opdracht een plan te bedenken om winst te maken in de kolonie.
→ Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde, van vroeger naar later.
Doe het zo: Eerst ..., dan ..., vervolgens ..., daarna ... en ten slotte ... (vul nummers in).

Slide 20 - Slide

1
  • 1 Eerst 1, dan 3, vervolgens 2, daarna 5 en ten slotte 4.
  • 1 punt

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

2
Gebruik HB bron 1.
1p 2 De VOC liet een apart wapen voor Batavia maken.
→ Wat kun je daaruit opmaken over het belang van Batavia? Leg je antwoord uit.

Slide 23 - Slide

2
  • Batavia was de belangrijkste handelspost van de VOC in Oost-Indië.
  • 1punt

Slide 24 - Slide

3
3p 3 Iemand doet de volgende uitspraken over de gevolgen van het cultuurstelsel:
1 De bouw van wegen was goedkoop door de gratis arbeid van de Javaanse boeren.
2 De Nederlandse schatkist raakte goed gevuld.
3 Door het cultuurstelsel konden de Javaanse boeren meer rijst verbouwen.
4 Javaanse boeren kregen meer honger.
5 Nederland investeerde de opbrengst van het cultuurstelsel in Indonesië.
Welke drie uitspraken zijn juist?
A 1, 2 en 4. D 1, 3 en 5.
B 1, 2 en 5. E 2, 3 en 4.
C 1, 3 en 4. F 2, 3 en 5.

Slide 25 - Slide

3
A 1, 2 en 4. D 1, 3 en 5.
B 1, 2 en 5. E 2, 3 en 4.
C 1, 3 en 4. F 2, 3 en 5.

Slide 26 - Slide

3
A
3 punten

Slide 27 - Slide

4
1p 4 In Nederland ontstond kritiek op het cultuurstelsel.
Welke kritiek hadden steeds meer liberalen?
A De regering bepaalde welke producten boeren moesten verbouwen.
B Er was te weinig interesse voor producten uit Indonesië.
C Er werd verlies gemaakt.
D Javaanse boeren werden uitgebuit.

Slide 28 - Slide

4
A

1 punt

Slide 29 - Slide

5
Gebruik HB bron 2.
1p 5 Op de bron is een verandering te zien in Nederlands-Indië na 1870.
→ Welke verandering is in de bron te zien?

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

5
Het cultuurstelsel werd beëindigd en vrije ondernemers stichtten grote plantages, zoals hier een
tabaksplantage.

1 punt

Slide 32 - Slide

6
Op plantages werkten vaak koelies.
→ Waren de werkomstandigheden voor die groep goed of slecht? Leg je antwoord uit.
Doe het zo: De werkomstandigheden waren goed/slecht (maak een keuze), want … (geef uitleg).

Slide 33 - Slide

6
De werkomstandigheden waren slecht, want koelies verdienden weinig en werkten heel hard en lang, vaak in de brandende zon. Ze kregen weinig eten en werden streng gestraft.

1 punt

Slide 34 - Slide

7
Rond 1870 deed Nederland mee met een soort wedstrijd tussen de Europese landen: het modern imperialisme.
Waarom paste de oprichting van het KNIL door de Nederlandse regering daar goed bij?
A Het KNIL bestond voornamelijk uit mensen van de Indonesische bevolking.
B Het KNIL hielp ondernemers bij het opzetten van plantages.
C Het KNIL moest de landsgrenzen bewaken.
D Het KNIL moest zoveel mogelijk gebied veroveren.

Slide 35 - Slide

7
D

1 punt

Slide 36 - Slide

8
Gebruik HB bron 3.
1p 8 Welk woord past bij de bron?
A Liberalen. C Pacificatie.
B Merdeka. D Tabaksplantages.

Slide 37 - Slide

8
C

 1 punt

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

9
Gebruik HB bron 4.
1p 9 Er was veel kritiek in Nederland op de manier waarop Nederland Nederlands-Indië bestuurde.
Daarom ging de regering iets doen voor de mensen in Nederlands-Indië: de ethische politiek.
→ Welk onderdeel van de ethische politiek zie je afgebeeld op de bron?

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

9
De gezondheidszorg

1 punt

Slide 42 - Slide

10
2p 10 Hieronder staan vijf gebeurtenissen uit de geschiedenis van Indonesië:
1 De PNI wordt opgericht.
2 De Volksraad wordt opgericht.
3 Nederlanders in Nederlands-Indië worden door de Japanners in kampen opgesloten.
4 Pemoeda’s dwingen Soekarno en Hatta de Republiek Indonesië uit te roepen.
5 Soekarno wordt gevangengezet door de Nederlanders.
→ Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde, van vroeger naar later.
Doe het zo: Eerst ..., dan ..., vervolgens ..., daarna ... en ten slotte ... (vul nummers in).

Slide 43 - Slide

10
Eerst 2, dan 1, vervolgens 5, daarna 3 en ten slotte 4.

 2 punten

Slide 44 - Slide

11
Gebruik HB bron 5.
1p 11 Hieronder staan vier uitspraken over de bezetting van Indonesië door Japan:
1 Indonesische nationalisten regeren samen met de Japanners Indonesië.
2 Japan belooft de Indonesische nationalisten in de toekomst de onafhankelijkheid.
3 Soekarno en Hatta vechten met het Japanse leger mee tegen de Nederlanders in Nederlands-Indië.
4 Soekarno en Hatta worden door de Japanners in kampen gevangengezet.
→ Welke uitspraak past bij de bron?
Doe het zo: Uitspraak ... (vul nummer in) past bij de bron.

Slide 45 - Slide

Slide 46 - Slide

11
Uitspraak 2 past bij de bron.

1 punt

Slide 47 - Slide

12
Gebruik WB bron 1.
1p 12 Moest Indonesië een kolonie van Nederland blijven of niet? Na afloop van de Tweede Wereldoorlog
hadden de Nederlanders daar verschillende meningen over.
→ Sluit de bron wel of niet aan bij hoe de meeste Nederlanders toen dachten over de
toekomst van Indonesië? Leg je antwoord uit.
Doe het zo: De bron sluit wel/niet (maak een keuze) aan, omdat de meeste
Nederlanders toen vonden dat … (geef uitleg).

Slide 48 - Slide

Slide 49 - Slide

12
De bron sluit niet aan, want de meeste Nederlanders vonden toen dat Indonesië een kolonie van
Nederland was (en dus moesten er troepen gestuurd worden om de orde en rust te herstellen)/dat
Indonesië bij Nederland hoorde/dat er met de opstandelingen/terroristen afgerekend moest worden.
1 punt

Slide 50 - Slide

13
Gebruik HB bron 6.
1p 13 → In welk jaar vond deze gebeurtenis plaats?

Slide 51 - Slide

Slide 52 - Slide

13
1949

1 punt

Slide 53 - Slide