This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Verhoudingstabel
Les 2
Slide 1 - Slide
Breuken en procenten
Zet de volgende breuken om in percentages.
Sleep het juiste antwoord achter de breuk.
21=
43=
54=
103=
207=
41=
30%
25%
35%
50%
75%
80%
Slide 2 - Drag question
Kaas bestaat voor ongeveer 60% uit droge stof en 40% uit vocht. Als op de kaas 40+ vermeld staat, betekent dit dat 40% van de droge stof uit vet bestaat. Als een 40+ kaasje 100 gram weegt, hoeveel gram vet zit daar dan in?
A
48 gram
B
24 gram
C
40 gram
D
60 gram
Slide 3 - Quiz
Nora koopt een cd in de opruiming. De cd kost € 16,95.
Ze krijgt € 10 korting.
Sleep de juiste getallen in de procentenstrook.
16,95
100
10
?
Slide 4 - Drag question
Nora koopt een cd in de opruiming. De cd kost € 16,95. Ze krijgt € 10 korting. Hoeveel procent korting krijgt ze?
A
41%
B
59%
C
70%
D
30%
Slide 5 - Quiz
In een aquarium zitten 60 vissen.
18 vissen zijn rood.
Sleep de juiste getallen in de verhoudingstabel.
procent
aantal vissen
?
60
100
18
Slide 6 - Drag question
In een aquarium zitten 60 vissen. 18 vissen zijn rood. Hoeveel procent van de vissen zijn rood? (vul alleen het getal in)
Slide 7 - Open question
De prijs van een concertkaartje nam toe van € 80,00 naar € 90,00. Hoeveel procent is de prijs van een concertkaartje gestegen?
A
10%
B
11,1%
C
12,5%
D
110%
Slide 8 - Quiz
IJssalon Gelati verkocht in juni 25% meer ijsjes dan in mei. In totaal werden er in juni 7700 ijsjes verkocht.
Sleep de juiste getallen in de verhoudingstabel.
ijsjes
procent
75
100
125
7700
5775
6160
Slide 9 - Drag question
Deze reis kostte in februari € 840 inclusief de vroegboekkorting.