Boek Kies 1: Thema 5: Werk

Welkom bij 
Burgerschap
1 / 50
next
Slide 1: Slide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom bij 
Burgerschap

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Startopdracht
Welke dingen op de afbeelding hebben volgens jullie met werk te maken?
Schrijf 5 dingen op.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
  • Je weet wat mensen belangrijk kunnen vinden aan hun werk. 
  • Je kunt de rollen werkgever en werknemer uitleggen.

  • Je houdt een interview over stagelopen.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wat is voor jou belangrijk?
Mensen helpen
Leuke collega's
Veel geld verdienen
Dingen maken of repareren
Werktijden
Iets anders!
Met je handen werken
Met mensen werken
Met kinderen werken
In een winkel werken

Slide 6 - Poll

This item has no instructions

Klassengesprek
We praten over stellingen. Wat is jouw mening? 
  • Steek je vinger op als je wat wilt zeggen.
  • Luister goed naar elkaar. 
  • Blijf vriendelijk.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Als ik heel veel geld heb, ga ik niet werken.
Eens
Oneens

Slide 8 - Poll

This item has no instructions

Ik vind vrije tijd belangrijker dan werken.
Eens
Oneens

Slide 9 - Poll

This item has no instructions

Ik voel me nutteloos als ik geen werk heb
Nutteloos = geen doel hebben
Eens
Eens

Slide 10 - Poll

Meer -loos en -ig woorden: nutteloos - nuttig, mateloos - matig, waardeloos - waardig 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!
Je gaat elkaar interviewen. Gebruik deze vragen en schrijf de antwoorden op:
Heb jij al eens gewerkt? Wat moest je daar doen?
Hoe vond je het werk? Wat was leuk en wat was lastig?
Wat heb je geleerd? Wat wil je in de toekomst voor stage doen? Waarom?
Geef elkaar een tip over stagelopen.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Je hoeft niet in te loggen!

Je leert hoe solliciteren in Nederland gaat. 
Je oefent met een gesprek.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Hoe zoek je werk?

Slide 14 - Mind map

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Vacature
Een vacature is een advertentie voor een beschikbare baan.
Beschikbaar = er is een plekje vrij
Baan = werk
In de vacature staat veel informatie over de baan.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Heb jij wel eens gesolliciteerd?
Ja
Nee

Slide 18 - Poll

This item has no instructions

Waar ben je goed in? Wat zijn je sterkste punten?
Denk aan de complimenten die je kreeg.
Voorbeeld:
Creatief - Ondernemend - Goede luisteraar
Doorzetter - Nauwkeurig - Overtuigingskracht Zorgzaam - Flexibel - Geduldig - Zelfstandigheid Zakelijk - Betrouwbaar - Sportief- Georganiseerd  Besluitvaardig - Streng - Zelfverzekerd - Moedig

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Oefen in duo's de volgende vragen
1. Waarom wil je hier solliciteren?
2. Wat zijn jouw kwaliteiten?
3. Wat wil jij nog leren?
4. Wat wil je na je opleiding doen?
5. Waarom ben jij een goede stagiaire?
6. Heb jij nog een vraag voor ons?
timer
1:00

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!
  • Kies een vacature uit waar jij op wilt reageren.
  • Waarom heb je voor deze vacature gekozen?
  • Aan welke eisen moet je voldoen? Maak jij kans?
  • Je mag je CV verbeteren

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Solliciteren
Hoe?

  • Zoek op stagemarkt.nl informatie op over een functie en het bedrijf

  • Denk na over vragen die het bedrijf aan jou kan stellen

  • Denk na over vragen die jij kunt stellen

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Terugblik
Solliciteren = Ik wil die baan hebben.
  • Je stuurt dan een motivatiebrief of e-mail en je cv naar een bedrijf.
  • In je cv staan je persoonlijke gegevens (naam, geboortedatum, woonplaats, contactgegevens en een foto).
    Je noemt je opleidingen en vertelt wat voor werkervaring je hebt. 
  • In de motivatiebrief schrijf je waarom jij de baan graag wilt hebben en waarom jij geschikt bent.
  • Je voert een sollicitatiegesprek. Als het goed gaat, krijg je een contract.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Link

This item has no instructions

Programma
Inchecken: hoe gaat het met jullie?
1. Terugblik: contracten
2. Uitleg: verschillende contracten én regels op het werk
3. Aan de slag: oefeningen en woordenlijst
4. Evaluatie en afsluiting 

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
  • Je kent verschillende soorten contracten / werkverbanden.
  • Je kunt vertellen welke regels op het werk gelden.
  • Je kent de betekenissen van de woorden bij dit thema.

We werken met opdrachtbladen.

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Verschillende contractvormen
- Vast contract
- Tijdelijk contract 
- Uitzendkracht
- Oproepkracht of invalkracht
- Zelfstandige zonder personeel 

Elk contract biedt duidelijkheid en zekerheid.

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Contractvormen verschillen:

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je nu 
over contracten?

Slide 32 - Mind map

Het leerproces van de leerlingen wordt inzichtelijk gemaakt door deze laatste vraag. 

Wat wisten leerlingen eerst (aan het begin van de les) en wat weten ze nu. Wat hebben ze geleerd?

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Regels
Binnen elk bedrijf zijn er regels.
Bijvoorbeeld over gezond en veilig werken, en dat je niet te laat mag komen.

Welke regels zie je op de foto?

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Recht en regels
  • Arbeidsrecht regelt de relatie tussen werkgever en werknemer.
  • Arbeidstijdenwet: regels voor werktijden, pauzes, ploegendiensten enzovoort
  • Arbowet: regels voor veiligheid en op een gezonde manier je werk kunnen doen.

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Opdrachten
Pak een pen.
We gaan de oefeningen doen op p. 155-156.

Ik vind.................................... want............................................................. Daarom .......................................................................................................



Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Kahoot
  • Weet je de betekenis van de woorden?

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Programma
Inchecken: hoe gaat het met jullie?
1. Terugblik: vorig les
2. Uitleg: samen praten - voorbereiden
3. Aan de slag: in duo's de opdracht maken.
4. Evaluatie en afsluiting 

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
  • Je gebruikt de woorden bij dit thema.
  • Je oefent met het oplossen van een probleem op het werk.

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

belangrijke woorden
bij het thema Werk

Slide 41 - Mind map

This item has no instructions

Wat is een vakbond?
Ga naar de website FNVjong.nl
Beantwoord de vragen:
1. Voor wie is deze vakbond bedoeld?
2. Met welke drie onderwerpen kan deze vakbond je helpen?
3. Waarom denk je dat sommige werknemers lid worden van een vakbond?

4. Zou jij lid worden van een vakbond? Leg je antwoord uit.

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Wat is jouw ervaring met werk?

Slide 43 - Open question

This item has no instructions

Wat is voor jou een reden om te werken?

Slide 44 - Open question

This item has no instructions

Wat wil jij later voor werk gaan doen?

Slide 45 - Open question

This item has no instructions

Wat kun je écht niet doen op je werk/ stage?

Slide 46 - Open question

This item has no instructions

Wat moet je juist wél doen op je werk/ stage?

Slide 47 - Open question

This item has no instructions

Situatie naspelen
Mo werkt als bezorger. Hij moet voor zijn werk vaak zware pakketten de trap op tillen. Hierdoor heeft hij soms last van zijn rug.
Mo wil dit met zijn werkgever bespreken. Hij vindt zijn werk heel leuk en wil zijn baan niet kwijtraken. 

Opdracht: 
Over welk recht gaat deze situatie? 
Speel de situatie na. Los het probleem op.

Slide 48 - Slide

This item has no instructions

Situatie naspelen
Justin werkt in de bediening van een restaurant. In het contract staat dat hij drie dagen per week van 13.00u tot 21.00u moet werken. Soms moet Justin langer werken, maar dat wordt niet betaald. Justin wil wel betaald krijgen. Zijn baas vindt dat het bij de baan hoort. 

Opdracht: 
Over welk recht gaat deze situatie? 
Speel de situatie na. Los het probleem op.

Slide 49 - Slide

This item has no instructions

Wat hebben we geleerd?

Slide 50 - Slide

This item has no instructions