This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 10 min
Items in this lesson
De Vergrotende en Overtreffende Trap in het Frans
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Doel van de Les
Aan het einde van de les kan je de vergrotende en overtreffende trap gebruiken in het Frans
Slide 2 - Slide
Introduceer het doel van de les aan de leerlingen
Wat zijn de Vergrotende en Overtreffende Trap?
De vergrotende trap wordt gebruikt om de mate van een bijvoeglijk naamwoord te verhogen. De overtreffende trap drukt de hoogst mogelijke mate van het bijvoeglijk naamwoord uit.
Slide 3 - Slide
Leg uit wat de vergrotende en overtreffende trap zijn
Vergrotende Trap
De vergrotende trap wordt gevormd door 'plus' voor het bijvoeglijk naamwoord te plaatsen.
Slide 4 - Slide
Geef een voorbeeld van de vergrotende trap zoals 'plus grand' voor 'groter'
Overtreffende Trap
De overtreffende trap wordt gevormd door 'le plus' voor het bijvoeglijk naamwoord te plaatsen.
Slide 5 - Slide
Geef een voorbeeld van de overtreffende trap zoals 'le plus grand' voor 'de grootste'
Onregelmatige Vormen
Sommige bijvoeglijk naamwoorden hebben onregelmatige vormen, zoals 'bon' (goed) en 'mauvais' (slecht).
bon - meilleur - le meilleur
mauvais - pire - le pire
Slide 6 - Slide
Laat de leerlingen voorbeelden zien van onregelmatige vormen en oefen deze met hen
Oefenen
Oefen de vergrotende en overtreffende trap
aan de hand van verschillende oefeningen.
Slide 7 - Slide
Geef de leerlingen de gelegenheid om te oefenen en beantwoord vragen
Wat is de overtreffende trap van 'groot' in het Frans?
A
beaucoup grand
B
très grand
C
grandeur
D
plus grand
Slide 8 - Quiz
This item has no instructions
Wat is de vergrotende trap van 'mooi' in het Frans?
A
très beau
B
beau
C
beaucoup beau
D
plus beau
Slide 9 - Quiz
This item has no instructions
Wat is de overtreffende trap van 'snel' in het Frans?
A
beaucoup vite
B
très vite
C
plus vite
D
le plus vite
Slide 10 - Quiz
This item has no instructions
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 11 - Open question
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 12 - Open question
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 13 - Open question
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.