Herhaling 2.1 - 2.2
1 / 13
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Het tijdvak heet: de tijd van de
A
De Grieken
B
De Grieken en Romeinen
C
De Romeinen en Bataven
D
Het Romeinse Rijk
Slide 3 - Quiz
Wie was de baas van het Romeinse Rijk
A
Soldaten
B
Het volk
C
Keizer
D
Romeinen
Slide 4 - Quiz
Er woonden veel verschillende volken in het Romeinse Rijk
Slide 5 - Poll
Soldaten haalden belasting (deel van de oogst) op bij de boeren. Waarvoor werd deze belasting gebruikt?
A
Veiligheid in het Rijk
B
Aanleg van nieuwe wegen
C
Betalen van soldaten
D
Voor eigen rijkdom
Slide 6 - Quiz
Alles wat te maken heeft met het besturen van een land
Mensen leefden op het plattenland maar ook in de stad.
Samenwerking tussen de Romeinen en de Bataven
Bondgenootschap
Politiek
Landbouw-stedelijke samenleving
Slide 7 - Drag question
De gebouwen waar de Romeinen hun goden vereren heet: ...
A
Tempels
B
Kerken
C
Moskeeën
D
Synagoge
Slide 8 - Quiz
Mensen in het Romeinse rijk mochten in iets anders geloven
Slide 9 - Poll
De godsdienst die gebruik maakt van de Thora
Deze godsdienst vereert hun goden in de synagoge
De Romeinen sloegen hun opstand hard neer en verwoesten hun tempel.
Dit geloof maakt gebruik van de bijbel
Dit geloof kreeg meer aanhangers rond 300 n. chr
Hun gebedshuis is een kerk
Christendom
Christendom
Christendom
Jodendom
Jodendom
Jodendom
