Introductieles

Introductieles Nederlands
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Introductieles Nederlands

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
  • Aan het einde van deze les kan ik twee onderdelen noemen waarbij het vak Nederlands een rol speelt.
  • Aan het einde van de les kan ik samenvatting geven over de aflevering van het jeugdjournaal.

Slide 2 - Slide

Wat verwacht ik van jullie?
  • Telefoon in de telefoontas
  • Boeken mee (online)
  • Chromebook (opgeladen!)
  • Pen en papier mee 
  •  Praten niet door elkaar heen
  • 5 minuten regel
  •  Wanneer gevraagd in Lessonup
timer
5:00

Slide 3 - Slide

Wie ben ik? 
  • Mevrouw van Oevelen 
  • 23 jaar 
  • Rotterdam 
  •  Kunst/Geschiedenis
  •  Feyenoord 

Willen jullie nog iets weten?

Slide 4 - Slide

Wat gaan we dit jaar doen?
  • Vaardigheden: lezen, schrijven, kijken/luisteren, spreken, debat
  • Onderdelen: spelling, grammatica, woordenschat, wat is taal?
  •  Creatief: lezen, schrijven, spreken.
  •  Kunstvormen: theater, musical, cabaret, film, boeken. 

Slide 5 - Slide

Het boek!
  • Toetsen, Elke PTO week en tussendoor.
  • Eerste blok (Toetsweek 1) gaat over blok 1 en 2. 
lessen verdeeld!
Heeft iedereen het boek?

Slide 6 - Slide

Welke vaardigheden zie je terug in onze maatschappij (samenleving)
- Vaardigheden: lezen, schrijven, kijken/luisteren, spreken, debat

Slide 7 - Mind map

Waarom zou je de Nederlandse taal goed moeten beheersen voor de arbeidsmarkt (werken) ?

Slide 8 - Mind map

Slide 9 - Video

Ook rap is een vorm van taalkunst, hiervan kennen jullie meer dan je denkt. 
Uitgebracht in 2023 'Natte Sokken' of 'probleem' van Boef

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Aan het einde van deze paragraaf:
  • Kun je in een zin drie verschillende werkwoordsvormen benoemen.
  • Kun je het werkwoordelijk gezegde benoemen
  • Kun je het onderwerp van een zin benoemen
  • Pas je je kennis over werkwoordsvormen, het werkwoordelijk gezegde en het onderwerp toe.

Slide 12 - Slide

Werkwoorden
Werkwoorden zijn de belangrijkste onderdelen van een zin. Daarom begin je deze paragraaf met het werkwoord en de werkwoordsvormen.

Slide 13 - Slide

Aan de slag 
  • Wat? opdracht 6 (bladzijde 18) 
  • Wie: overleg met je buurman of buurvrouw 
  • hoelang? 5 minuten 
  • klaar? laat even checken bij je docent
timer
5:00

Slide 14 - Slide