What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
M3.6 - 8.3.23 Ontleden persoonlijke voornaamwoorden
Ontleden
Het persoonlijk voornaamwoord als:
onderwerp
lijdend voorwerp
meewerkend voorwerp
1 / 17
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 3
This lesson contains
17 slides
, with
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Ontleden
Het persoonlijk voornaamwoord als:
onderwerp
lijdend voorwerp
meewerkend voorwerp
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Hoe bepaal je de naamval?
Geen voorzetsel dan ontleden!
Slide 3 - Slide
1e naamval = Nominativ
De 1e naamval of Nominativ gebruik je als het persoonlijk voornaamwoord het onderwerp is van de zin.
ich, du , er, sie ,es, wir , ihr, sie , Sie
gehe
zum Arzt.
Slide 4 - Slide
Ich
gehe zum Arzt
Wie of wat +gezegde
Slide 5 - Slide
Hoe vind je het Ow?
Wie/wat + gezegde*
* gezegde zijn alle werkwoorden in de zin
Slide 6 - Slide
4e naamval = Lijdend voorwerp
De dokter opereert mij. Der Arzt operiert
mich
.
mij is het lijdend voorwerp in de zin.
(Wie/Wat + gezegde + onderwerp?)
Wie opereert de dokter? > mij > mich
Slide 7 - Slide
Vierde naamval / Akkusativ
De 4e naamval of Akkusativ gebruik je als het persoonlijk voornaamwoord het lijdend voorwerp is van de zin.
Slide 8 - Slide
Hoe vind je het Lijdend Vwp?
hhgghhj
Wie/wat + gezegde + Onderwerp
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Übung
Neue Kontakte Aufgabe 20
kiezen voor 1e of 4e naamval
Slide 11 - Slide
Meewerkend vwp = 3e naamval
De dokter geeft mij tabletten. Der Arzt gibt mir tabletten.
mij het meewerkend voorwerp (Dativ) in de zin.
(
Aan/Voor
wie + gezegde + onderwerp?)
Aan wie geeft de dokter? > aan mij > mir
Slide 12 - Slide
Hoe bepaal je de naamval?
Geen voorzetsel dan ontleden!
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Hoe vind je het Meew Vwp?
Je kunt voor het zinsdeel denkbeeldig
'aan' of 'voor' zetten
Slide 15 - Slide
Hoe begin je als je een zin moet ontleden?
Welke stappen volg je als je een zin gaat ontleden?
1.
Eerst
alle werkwoorden
in de zin zoeken. Dit is het gezegde
2. Je vraagt WIE of WAT + de werkwoorden: het antwoord hierop is het
ONDERWERP
3
. Je vraagt dan WIE of WAT + de werkwoorden + onderwerp: het antwoord hierop is het
LIJDEND VOORWERP
4.
Blijft er nog een zinsdeel over, dan is dat het
MEEWERKEND VOORWERP
. Controleer dit door 'aan' of 'voor' voor het zinsdeel te zetten
Slide 16 - Slide
Übung
Aufgabe 27 en evt 29
Slide 17 - Slide
More lessons like this
Ontleden persoonlijke voornaamwoorden
November 2023
- Lesson with
17 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 3
Ontleden persoonlijke voornaamwoorden
February 2023
- Lesson with
19 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 3
3 havo Kapitel 2 5 les DU 4
30 days ago
- Lesson with
26 slides
Duits
Secondary Education
Het persoonlijk voornaamwoord (ontleden)
15 days ago
- Lesson with
21 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Het persoonlijk voornaamwoord (ontleden)
October 2023
- Lesson with
21 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Kapitel 2 - Grammatik A & B - Het persoonlijk voornaamwoord (ontleden)
March 2022
- Lesson with
27 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Kapitel 2 - Grammatik A & B - Het persoonlijk voornaamwoord (ontleden)
20 days ago
- Lesson with
27 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
H3 NK Kapitel 2 E (A)
November 2022
- Lesson with
22 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3