Werkwoordspelling en overige regels

Werkwoordspelling 
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwoo, havoLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Werkwoordspelling 

Slide 1 - Slide

Als jij nou een auto (leasen), dan zorg ik voor de kampeeruitrusting.

Slide 2 - Open question

Jij (downloaden) ook altijd het verkeerde materiaal.

Slide 3 - Open question

Gisteren (showen) verscheidene topmodellen de collectie van die onbeduidende modeontwerper.

Slide 4 - Open question

Ze (geloven) hem nooit, totdat hij haar het bewijs levert.

Slide 5 - Open question

Let je er wel op dat je in je spreekbeurt niet te veel (uitweiden)?

Slide 6 - Open question

Heb jij zoveel aandacht besteed aan een nooit (beantwoorden) liefde?

Slide 7 - Open question

Wekenlang hebben zij met elkaar (flirten) en uiteindelijk heeft ze hem mee uit gevraagd.

Slide 8 - Open question

We hebben naar het onmogelijke (streven) en zijn erin geslaagd ons doel te bereiken.

Slide 9 - Open question

(Verraden) mij niet, alsjeblieft!

Slide 10 - Open question

Overige regels
Verbeter het verkeerd geschreven woord (woorden).

Slide 11 - Slide

Breng jij die patient weg?

Slide 12 - Open question

In de toekomst wil ik een belangrijke functie bekleden binnen het europees parlement.

Slide 13 - Open question

Hij haalt altijd zoveel kattekwaad uit!

Slide 14 - Open question

Die man ziet eruit als een 50 jarigen.

Slide 15 - Open question

Kies het juiste woord
A
liefdesscène
B
liefdescène

Slide 16 - Quiz

Kies het juiste woord
A
mevrouw Van der Sluis
B
mevrouw van der Sluis

Slide 17 - Quiz

Kies het juiste woord
A
mevrouw Jongsma-van der Sluis
B
mevrouw Jongsma-Van der Sluis

Slide 18 - Quiz

Kies het juiste woord
A
reuzenleuk
B
reuzeleuk

Slide 19 - Quiz

Kies het juiste woord
A
tv-programma
B
tvprogramma

Slide 20 - Quiz

Kies het juiste woord
A
Zuid-Venray
B
zuid-Venray

Slide 21 - Quiz

Kies het juiste woord
A
een bourgondisch leven
B
een Bourgondisch leven

Slide 22 - Quiz

Welk woord is fout gespeld?
A
faillisement
B
kosteloos
C
abbonee
D
aantijgingen

Slide 23 - Quiz

Welk woord is fout gespeld?
A
asseccoires
B
baby's
C
hopelijk
D
daarentegen

Slide 24 - Quiz

Welk woord is fout gespeld?
A
euthanasie
B
onmiddellijk
C
reïntegratie
D
verrassend

Slide 25 - Quiz