V3 -werkwoordspelling les 3: voltooid deelwoord erbij

WERKWOORDSPELLING
LES: voltooid deelwoord

Nederlands
V3 P1 23-24

1 / 34
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

WERKWOORDSPELLING
LES: voltooid deelwoord

Nederlands
V3 P1 23-24

Slide 1 - Slide

Vorige lessen heb je geleerd...
... welke werkwoordsvormen er ook alweer allemaal zijn.
... hoe je de persoonsvorm in een zin kunt vinden.
... hoe je het onderwerp in een zin kunt vinden.
... hoe je de werkwoordsvormen herkent.


Slide 2 - Slide

Aan het einde van de les weet je...


... hoe je het voltooid deelwoord op de juiste manier vervoegt (= op de juiste manier in een zin zet).

Slide 3 - Slide

Hoe vind je de
persoonsvorm in een zin?

Slide 4 - Mind map

Hoe vind je het
onderwerp
in een zin?

Slide 5 - Mind map

Hoe weet je of je in de tegenwoordige tijd de ik-vorm of de ik-vorm+t moet schrijven?

Slide 6 - Open question

Welke regel pas je toe bij de persoonsvorm van sterke werkwoorden in de verleden tijd?

Slide 7 - Open question

Welke regel pas je toe bij de persoonsvorm van zwakke werkwoorden in de verleden tijd?

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Slide

Sterke ww met vdw dat niet op -en eindigt

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Persoonsvorm of voltooid deelwoord?
Soms heeft het voltooid deelwoord van een werkwoord dezelfde vorm als de persoonsvorm tegenwoordige tijd (mv).

  1. Wij ontvangen een brief.
  2. Wij hebben een brief ontvangen.

Hoe weet je met welke werkwoordsvorm je te maken hebt?
Door de kenmerken van de werkwoordsvormen erbij te halen.

Slide 13 - Slide

Persoonsvorm of voltooid deelwoord?
Kenmerken persoonsvorm: verandert als de tijd/getal verandert.
Kenmerken voltooid deelwoord: heeft een hulpwerkwoord bij zich (hebben, zijn, worden).

  1. Wij ontvangen een brief. - Wij ontvingen een brief. - Ik ontvang een brief.
  2. Wij hebben een brief ontvangen. - Hebben = hulpwerkwoord

Ontvangen in zin 1 = persoonsvorm
Ontvangen in zin 2 = voltooid deelwoord


Slide 14 - Slide

Opdrachten
Op slide 16 t/m 32 vind je verschillende afbeeldingen met teksten waarin spelfouten worden gemaakt. 

Het gaat hierbij steeds om fouten in de persoonsvorm tegenwoordige tijd, de persoonsvorm verleden tijd en/of het voltooid deelwoord. 

Maak de opdrachten op de volgende slides.

Slide 15 - Slide


Verbeter het verkeerd gespelde woord.

Slide 16 - Open question


Hoeveel spelfouten haal je uit dit bericht?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 17 - Quiz


Verbeter de spelfout(en).

Slide 18 - Open question

Slide 19 - Slide


Hoeveel fouten haal je uit dit bericht?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 20 - Quiz


Verbeter de fout.

Slide 21 - Open question

Slide 22 - Slide


Hoeveel spelfouten vind je in dit bericht?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 23 - Quiz


Verbeter de spelfout(en).

Slide 24 - Open question

Slide 25 - Slide


Verbeter het verkeerd gespelde woord.

Slide 26 - Open question

Slide 27 - Slide


Verbeter het verkeerd gespelde woord.

Slide 28 - Open question

Slide 29 - Slide


Verbeter het verkeerd gespelde woord.

Slide 30 - Open question

Slide 31 - Slide


Verbeter het verkeerd gespelde woord.

Slide 32 - Open question

Ik snap de verschillende onderdelen van werkwoordspelling tot nu toe.
A
Ja
B
Nee

Slide 33 - Quiz

Tijd voor het werkblad
Huiswerk:
Lees zelf lekker verder in je boek.

Slide 34 - Slide