De Filmfabriek, gr 7/8, les 4 Acteren

GROEP 7/8
LES 4: Acteren

1 / 14
next
Slide 1: Slide
MediawijsheidBasisschoolGroep 7,8

This lesson contains 14 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Introduction

Les 4 acteren De les van vandaag gaat over acteren. We laten zien hoe het gaat in de filmwereld én de leerlingen gaan zelf aan de slag met het acteren. De LessonUp leidt je door de les heen. Het eerste onderdeel – waarbij beroepsacteurs aangeven waar je op moet letten bij het acteren in een film – is het beste klassikaal te doen. Maar voor het tweede deel – zelf aan de slag gaan met acteren - is het aan te bevelen om in groepen de opdrachten uit te voeren. Groepen van ongeveer zes leerlingen. Voordeel is dat dit de deelname van de leerlingen verhoogt. Twee zaken om op te letten bij deze les: 1. spelen in een film is zogenaamd ‘klein spel’. Geen overdreven gebaren. Het draait om subtiel spelen. 2. bij een instructiefilmpje zien we ‘Take 7’. Leg aan de leerlingen uit dat het goed is om meerdere shots te maken. Soms omdat een shot niet goed is Soms om vanuit een ander kader te filmen. De editor kan dan uit de verschillende takes kiezen. shot = camera aan & uit take = meerdere van dezelfde shots

Instructions

Benodigdheden: 
  • LessonUp-les ‘De Filmfabriek, gr 7/8, les 4’
  • Tablets/iPads met camera (één per zes leerlingen)
  • Begrippenlijst acteren 4.1
  • Werkblad rolverdeling 4.2

Lesopbouw:
  • Verkenning: inhoud en introductie;
  • Informatie over wat auditie inhoudt en voorbeelden van acteren 
  • Oefenen: van drietal korte scenes met nadruk op verschil tussen toneel en film;

Opdracht: 
Auditie filmpje maken en rollen en taken verdelen bij maken van eigen verhaal en spelen van een scene uit eigen verhaal

Klassikaal afsluiting: groepen tonen scene uit hun verhaal en bespreking van emoties van de personages 

Voorbereiding: 
Bekijk de bijbehorende LessonUp-les en zet deze voor aanvang van de les klaar. Zorg ervoor dat de tablets/iPads opgeladen zijn. 

Leerdoelen:
  1. Neemt een voorbeeld van een professionele maker, of de directe belevingswereld of actualiteit als uitgangspunt voor een eigen filmidee (non-fictie). 
  2. Kiest bij het samenwerken op basis van persoonlijke voorkeur een rol in het productieproces.
  3. Benoemt goede punten en verbeterpunten in eigen werk en proces.

Aan het einde van de les weten de leerlingen hoe een filmauditie verloopt en kennen ze de begrippen ‘casting’ en ‘castingdirector’. Tevens kunnen ze een personage uit het eigen filmverhaal spelen en gebruiken daarbij hun gezicht, stem en lichaam. De leerlingen kennen de basisprincipes van het filmacteren.  

Verkenning
In deze les gaan we personages oefenen en het eigen verhaal acteren.

Informatie: auditie
Vertel dat een acteur (man) of actrice (vrouw) vaak auditie (sollicitatie) moet doen om een bepaalde rol te krijgen. In de filmwereld heet zo’n auditie een ‘casting’. Degene die de casting (dus de auditie) regelt, heet de ‘castingdirector’. Deze bepaalt samen met o.a. de regisseur van de film wie welke rol krijgt. Er wordt gekeken naar het uiterlijk (wat voor type past bij de rol?) en uiteraard hoe goed iemand kan acteren. 

Opdracht: 1 
Speel een korte scène uit jullie filmverhaal die je kunt spelen in de klas. Verdeel de rollen en speel deze scène eerst zoals je deze zou spelen op het toneel. Maak het spel groot, overdreven en met veel gebaren. Laat de camerapersoon dit filmen. 

Opdracht: 2 
Speel dezelfde scène nog een keer, maar dan klein, niet te overdreven, zonder veel gebaren. De camerapersoon maakt precies dezelfde shots. Bekijk beide scènes en beoordeel zelf welke je het best vindt. 

Opdracht: 3
Verdeel de groep in groepjes van zes. Geef ze allemaal een Ipad mee en laat ze allemaal een casting filmpje maken. Om beurten staan ze achter en voor de camera. 

1. Naam
2. Leeftijd
3. Broertjes en zusjes
4. Hobby’s
5. Stukje tekst uit de eigen film acteren

Tips voor acteren
Denk aan iets wat je zelf echt hebt meegemaakt, om je rol met meer overtuiging te kunnen spelen. Blijf jezelf.  Op het toneel moet je overdrijven, zodat de achterste bezoekers in de zaal de mimiek van de acteur goed kunnen zien. Filmacteurs moeten juist niet overdrijven, omdat een camera de mimiek van acteurs goed kan vastleggen (o.a. door het gebruik van een close-up).  Kijk tijdens het acteren niet in de camera.  Let bij het acteren op je mimiek (gezichtsuitdrukking), houding (lichaam) en stem. Als een regisseur ‘actie’ zegt, mag je beginnen met acteren. ‘Cut’ betekent stoppen.  

Afsluiting: emoties en personages bespreken
Bespreek welke emotie en/of welk personage het moeilijkste is om te spelen. En welke vinden de leerlingen het leukst om te spelen? Hoe komt dat?


Worksheets

Items in this lesson

GROEP 7/8
LES 4: Acteren

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Les 2
Storyboard/Script
Les 1
Verhaal
Les 8
Reclame
Les 4
Acteren
Les 3
Art direction
Les 5
Geluid &
Muziek
Les 6
Filmen
Les 7
Montage

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Welke tips deelt Bobby met jullie?
Dit is Bobby Mulder, zij is acteur. Herkennen jullie haar? Kijk naar de film in de volgende slide waar Bobby verteld over acteren.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Video

This item has no instructions

Opdracht 1
We gaan oefenen met acteren.  Uit het verhaal dat jullie hebben gemaakt in les 1 bedenk je een aantal zinnen. Zie voorbeeld van het script uit les 1. Deze zinnen ga je spelen. Verdeel de rollen en speel deze scène eerst zoals je deze zou spelen op het toneel. Maak het spel groot, overdreven en met veel gebaren. Laat de camerapersoon dit filmen. 


Opdracht 2
Speel dezelfde scène nog een keer, maar dan klein, niet te overdreven, zonder veel gebaren. De camerapersoon maakt precies dezelfde shots. Bekijk beide scènes en beoordeel zelf welke je het best vindt. 


Slide 5 - Slide

acteren oefenen
Laat de leerlingen de opdrachten een paar keer doen, zodat ze de verschillen goed zien en ervaren.
Auditie doen:
Als je graag mee wilt spelen in een film ga je solliciteren. Dat doe je met een casting-filmpje, een filmpje van jezef. Denkt de casting director dat je geschikt bent voor een bepaalde rol dan mag je op auditie komen.

CV
Dit is een overzicht met persoonlijke gegevens en werkervaring.
Headshot
Dit is een foto van het hoofd. De castingdirector en regisseur kunnen daardoor zien wat voor type je bent. 
Filmpje
In het casting-filmpje (mediumshot) vertelt de acteur persoonlijke informatie en laat hij of zij zien hoe goed hij/zij kan acteren.  

Slide 6 - Slide

Auditie
Tijdens een auditie komen er meerdere acteurs. Deze worden allemaal gefilmd en ze gaan met verschillende acteurs een scène spelen. Na afloop van de audities wordt er door de regisseur en de casting director gekozen tussen de verschillende acteurs. 

Slide 7 - Video

Bobby vertelt over auditie doen en  haar acteer ervaring 

Slide 8 - Video

In dit filmpje vertellen Rein en Nikita over casting en vertelt Elisabeth Hezemans (Casting Director) wat zij precies doet.
Casting
Acteurs (mannen) en actrices (vrouwen) moeten vaak auditie doen voor een bepaalde (hoofd)rol. In de filmwereld heet die auditie 'casting'. 
Castingdirector
Degene die de casting (de auditie) regelt heet de 'casting director'. 
Rolverdeling
Uiteindelijk bepaalt de regisseur van de film samen met o.a. de casting director wie welke rol krijgt. Er wordt gekeken naar het uiterlijk (wat voor type past bij de rol?) en uiteraard hoe goed iemand acteert.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 3
Iedereen maakt een auditie filmpje waarin je het volgende benoemd:
1.  Naam
2. Leeftijd
3. Broertjes en zusjes
4. Hobby's
5. 3 zinnen uit  jullie verhaal

Slide 10 - Slide

Voor deze opdracht kunnen leerlingen hun eigen mobiel gebruiken, camera's, of iPads.

Bekijk elkaars auditie filmpjes. En geef  elkaar tips en tops?


timer
10:00

Slide 11 - Slide

De leerlingen hebben 10 minuten om hun auditie filmpje te maken, zet de timer!
Het verhaal is klaar,  de rollen en taken zijn verdeeld,  jullie gaan teksten uit je hoofd leren en stukjes oefenen. 

Slide 12 - Slide

  1. Lees het filmverhaal door. 
  2. bedenk zelf hoe jouw personage loopt en spreekt, en welke emotie bij het personage past. 
  3. Oefen klassikaal of in groepjes het filmverhaal of een scène. Bekijk na elke scène wat beter kan. Denk aan de mimiek (gezichtsuitdrukking), houding (lichaam) en stem. 
  4. Bepaal wie welke scène gaat opnemen. Laat deze cameramannen/-vrouwen alvast de scènes filmen, zodat zij kunnen oefenen. Let op; acteurs mogen niet in de camera kijken!

Afsluiting
Bekijk in de klas de verschillende filmpjes. 


Slide 13 - Slide

Bespreek met de leerlingen:

1. Welke emotie en/of welk personage was lastig om te spelen? 
2. En wat was het leukst om te acteren? 
3. Waarom? Hoe komt dat?
Gemaakt door: 







Gefinancierd door:
Met dank aan:

Slide 14 - Slide

This item has no instructions