Hoofdstuk 3 | Grammatica | Beknopte bijwoordelijke bijzinnen controleren. Maken:
Opdracht 1: Per zin 3 stappen:
a. Noteer onderwerp van de hoofdzin. ow (hz)
b. Noteer denkbeeldig onderwerp van bekn. bijzin. ( denkb. ow (bz)
c. Stel vast of zin goed of fout is en schrijf dat op.