Zenuwstelsel

Deze les
Huiswerk bespreken (bladzijde 62)
Uitleg over ruiken/proeven en zenuwstelsel (paragraaf 3.3 en 3.6)
Werken aan opdrachten 
1 / 10
next
Slide 1: Slide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Deze les
Huiswerk bespreken (bladzijde 62)
Uitleg over ruiken/proeven en zenuwstelsel (paragraaf 3.3 en 3.6)
Werken aan opdrachten 

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag leren?
Vandaag gaan we leren:
Hoe we kunnen ruiken en proeven.
Hoe het zenuwstelsel is opgebouwd.
Hoe het zenuwstelsel werkt.
Hoe zenuwcellen zijn opgebouwd. 

Slide 2 - Slide

Proeven
Het zintuig voor smaak is je tong. Hierin zitten smaakknopjes, dit zijn de zintuigcellen. Er zijn 5 verschillende smaakknopjes; voor zoet, zuur, zout, bitter en umami.
De proeft niet alleen met je tong, maar ook met je neus. Als je je neus dicht houdt, proef je veel minder.

Slide 3 - Slide

Samenwerking geur en smaak

Slide 4 - Slide

Zenuwstelsel
Door je lichaam loopt een heel netwerk waar er impulsen kunnen worden gemaakt en doorgeven. Dit zodat alle delen van je lichaam met elkaar kunnen communiceren. Dit word het zenuwstelsel. Het belangrijkste deel word het centraal zenuwstelsel genoemd. Deze bestaan uit je hersenen en ruggenmerg, de hoofdzenuw die door je wervelkolom loopt.

De rest bestaat uit zenuwen, gebundelde zenuwcellen.


Slide 5 - Slide

Werking zenuwstelsel

Slide 6 - Slide

Zenuwen

Slide 7 - Slide

Zenuwcellen
Zenuwcellen zijn cellen met een centraal lichaam en hele lange uitlopers, waardoor het signaal door kan worden gebracht. Deze cellichamen zitten vaak in of rondom het ruggenmerg, dus als de zenuw naar je kleine teen moet, is het een hele lange uitloper. 

Slide 8 - Slide

Weg van impulsen
Normaal gesproken gaat een impuls van zintuigcellen naar ruggenmerg en hersenen, maar bij een reflex gaat de impuls niet naar de hersenen, maar direct van het ruggenmerg naar de spieren.

Slide 9 - Slide

Huiswerk voor volgende les
Het huiswerk voor de volgende les zijn de opdrachten van paragraaf 3.3 en 3.6. De internetopdrachten hoef je niet te maken. 

Slide 10 - Slide