- Jezelf verdedigen.
- Jezelf verontschuldigen (je doet niets verkeerds).
- Een jij-boodschap geven (jij bent zo handtastelijk, daar houd ik niet van = beschuldiging van
de ander; neem verantwoordelijkheid voor eigen gevoelens en spreek de ander aan op
gedrag niet op persoon zelf).
- Met een hoog stemmetje praten (neem jezelf en de ander serieus, jullie zijn beide geen
kleine kinderen).
- Discussiëren (jouw grens staat niet ter discussie).
- (Glim)lachen (zo lijkt het of je aardig gevonden wilt worden/ de boodschap wilt verzachten)