Les 1 - 4HA

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Nederlands

mw. Visser  | 4HA

Voorstellen

Dit schooljaar gaan we..

- Werken uit het lesboek

- Werken aan literatuurgeschiedenis (online materiaal)

- Échte literatuur lezen (telt mee voor mondeling volgend jaar!)

- Speeltijd is over

Iedere les meenemen: 

- Lesboek

- Leesboek (niet te verwarren met lesboek..) --> Magnus - Arjen Lubach 

- Aantekeningenschrift + oefenschrift

Een ander begrip voor standpunt is..

1. argument
2. mening
3. subargument
4. feit

Soorten standpunten

- Te herkennen aan: ik vind, volgens mij, ik denk dat, mijn conclusie is dat, dus, daarom, kortom. 

- Positief standpunt

- Negatief standpunt

- Standpunt van twijfel

Geef een voorbeeld van een negatief standpunt

Maken

Opdr. 1 en 2 blz. 183/184

Objectieve argumenten

- Het is een feitelijke uitspraak.

- Heeft eigenlijk geen ondersteuning nodig.

vb: Ik vond de pizza erg goedkoop, want hij kostte maar 5 euro. 

Subjectieve argumenten

- Een niet-feitelijke uitspraak.

- Het is in meer of mindere mate aannemelijk, maar het moet wel eventueel ondersteund worden.

vb: Ik vond de pizza niet lekker, want hij was pittig. 

Soorten argumenten

- Feiten           

 We kunnen beter niet bij dat restaurant gaan eten, want het goedkoopste gerecht is 30 euro.

- Onderzoek of wetenschap    

Je kunt beter geen twee keer per dag douchen, want uit onderzoek is gebleken dat dat slecht is voor de huid. 

- Normen en waarden 

Ze zouden winkeldieven strenger moeten straffen. Het kan echt niet dat je maar gewoon iets meeneemt wat niet van jou is. 

- Vermoedens

Volgens mij valt het mee met de klimaatverandering. Het lijkt mij gek dat het over een aantal jaar zo warm zal zijn als ze zeggen. 

- Geloof of overtuiging

Mensen zouden respect moeten hebben voor hun ouders, want dit staat zo in de Bijbel geschreven. 

- Gezag of autoriteit

Volgens deze beroemde dokter zou je iedere dag vitamine D. moeten slikken. Dit zou goed zijn voor je gezondheid.

- Nut 

Scholen zouden pas om 9:30 moeten beginnen. Zo hebben ze uitgeslapen leerlingen die beter presteren. 

Maak opdr. 3 t/m 6 op blz. 186/187