3B/3C:Les verbes réguliers en -ir

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1,2,4,5,6

Jeudi 6 février 2025

Les verbes réguliers en -ir

Objectifs:

Nommer des verbes en-ir

Conjuguer ders verbes en -ir au présent et au passé composé

Comment ça va ?

Je suis en pleine forme!

Je suis amoureux(se)

Je suis fatigué(e)

Je suis crevé(e)

ça ne va pas du tout!

J'ai passé de

bonnes vacances!

Quel temps

fait-il

aujourd'hui?

Stap 1: Hoe vind je de stam van een werkwoord op -ir?

Wat is de stam van het werkwoord 'remplir'?

Wat is de stam van het werkwoord 'choisir'?

Wat is de stam van het werkwoord 'finir'?

Vervoeg..

je ... (finir)

Vervoeg..

nous ... (finir)

Vervoeg..

tu ... (finir)

Regelmatige werkwoorden 

op IR

Je

Tu

Il

Nous

Vous

Ils

ISSONS

ISSEZ

ISSENT

IT

IS

Welke werkwoorden op -ir ken jij al?

Vervoeg..

vous ... (finir)

Vervoeg..

ils ... (finir)

Vervoeg..

elle ... (remplir)

Vervoeg..

tout le monde... (réussir)

Vervoeg..

Sophie et Chloé ... (réfléchir)

Évaluation:
Ik kan na deze les werkwoorden op - IR vervoegen .

😒🙁😐🙂😃