22-23 Les verbes réguliers en -ir
1 / 20
Lesson duration is: 45 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Stap 1: Hoe vind je de stam van een werkwoord op -ir?
timer
10:00
Slide 6 - Open question
Wat is de stam van het werkwoord 'remplir'?
Slide 7 - Open question
Wat is de stam van het werkwoord 'choisir'?
Slide 8 - Open question
Wat is de stam van het werkwoord 'finir'?
Slide 9 - Open question
Vervoeg..
je ... (finir)
je ... (finir)
Slide 10 - Open question
Vervoeg..
nous ... (finir)
nous ... (finir)
Slide 11 - Open question
Vervoeg..
tu ... (finir)
tu ... (finir)
Slide 12 - Open question
Regelmatige werkwoorden
op IR
Je
Tu
Il
Nous
Vous
Ils
ISSONS
ISSEZ
ISSENT
IT
IS
Slide 13 - Drag question
Welke werkwoorden op -ir ken jij al?
Slide 14 - Mind map
Vervoeg..
vous ... (finir)
vous ... (finir)
Slide 15 - Open question
Vervoeg..
ils ... (finir)
ils ... (finir)
Slide 16 - Open question
Vervoeg..
elle ... (remplir)
elle ... (remplir)
Slide 17 - Open question
Vervoeg..
tout le monde... (réussir)
tout le monde... (réussir)
Slide 18 - Open question
Vervoeg..
Sophie et Chloé ... (réfléchir)
Sophie et Chloé ... (réfléchir)
Slide 19 - Open question
Évaluation:
Ik kan na deze les werkwoorden op - IR vervoegen .
Ik kan na deze les werkwoorden op - IR vervoegen .
😒🙁😐🙂😃
