Een jaar geleden kostte benzine nog € 1,70 per liter. Deze weken is dat soms € 2,50 per liter. Dat is een stijging van 47%. Als de prijzen stijgen, wordt dat in de economie
inflatie genoemd. Met hetzelfde geld kan je dan minder kopen. Geld wordt dus minder waard.
De sterke stijging van de energieprijzen heeft nu vooral te maken met de oorlog in Oekraïne. Daardoor willen veel landen geen energie zoals gas en olie meer kopen van Rusland. Energie wordt dan zeldzamer en daarom duurder. Veel mensen zetten de verwarming al wat lager en doen een dikke trui aan, omdat het gas dat onze huizen verwarmt zo duur is geworden. Sommige mensen zullen de auto vaker laten staan om geld te besparen.