Saïdjah’s vader had een buffel, waarmede hy zyn veld bewerkte. Toen deze buffel hem was ontnomen door het distrikstshoofd van Parang-Koedjang, was hy zeer bedroefd, en sprak geen woord, vele dagen lang. Want de tijd van ploegen was naby, en ’t was te vreezen, als men de sawah niet tydig bewerkte, dat ook de tyd van zaaien zou voorbygaan, en eindelyk dat er geen padie zou te snyden zyn, om die te bergen in den lombong van het huis.