oefenen en toets 23 en 24 februari 2022

• Spaans
• Middelbare school
• vmbo t, havo
• Leerjaar 1

¡Bienvenidos clase!

Hoy es jueves, veintitrés de febrero.

Siéntate en tu silla por favor.

Zorg dat iedereen binnen 3 min klaar zit.

Nieuwe afspraak: bij binnenkomst spaanse les pak je meteen je spullen erbij en als ik wil beginnen met de les dan zit je klaar, heb je je telefoon in je tas en staat je tas op de grond. 

Morgen hebben wij de toets. Bevraag de leerlingen wat ik dan graag wil zien. 

Vanmiddag is het inhaalmoment voor de toets voca en voor een aantal de toets leesvaardigheid en voca. Controleer of iedereen dit scherp heeft. 

¿Qué necesitas?

Sí necesitas: 

 

No necesitas: 

Cuaderno 

(de Español)

Bolí

Bolso

Movíl

Controleer of iedereen materiaal bij heeft. noteer dit in magister en voor jezelf

Leerlingbespreking

-Feedback

-Havo-ambitie

Bespreek de wijze dat wij feedback geven op LB.  Gericht op de vaardigheden en werkhouding in de les. Is je materiaal op orde, stel je vragen, doe je klassikaal mee, zie ik dit terug in de (toets)resultaten. Vragen? Stel deze na de uitleg aan mij. 

1i en 1j bevragen op havo-ambitie en de lln die de havo-vragen maken bij de toets: kom tijdens het zelfstandig werken zo direct om beurten bij mij om dit aan te geven, dan neem ik dit mee voor komende periode en kan ik je gerichter helpen met deze ambitie. 

Los verbos

Vorige week hebben wij de oefentoets gemaakt en geoefend met werkwoordenschat. Ga naar lesson up en voer de code in. Geef aan wat je nog weet over deze les en de werkwoorden. Je mag zowel spaanse werkwoorden invoeren maar denk vooral ook aan wat je doet om een werkwoord te vervoegen en hoe je een heel werkwoord herkent. 

Objetivo de la clase

• Iedereen: Ik ken minstens 50% van alle woorden uit de woordenlijst van het Nederlands naar het Spaans

• Havo (ambitie): Ik ken minstens 50% van alle woorden uit de woordenlijst van het Spaans naar het Nederlands.

• Ik  heb de woorden uit periode 1 van de woordenlijst herhaald 

¿Cómo?

• Deze les werk je zelfstandig of met je buurman/buurvrouw. 

• Je mag met elkaar overleggen zonder hard te praten.

• Ondertussen help ik jullie individueel met specifieke vragen. 

¡A trabajar!

• Iedereen: Ik ken minstens 50% van alle woorden uit de woordenlijst van het Nederlands naar het Spaans.

• Havo (ambitie): Ik ken minstens 50% van alle woorden uit de woordenlijst van het Spaans naar het Nederlands.

• Iedereen: Ik heb de woorden uit periode 1 van de woordenlijst herhaald.

Klaar?

1. Oefen je leesvaardigheid: maak L4,L5 en/of L7. 

2. Oefen je werkwoordschat op pagina 18+19.

We nemen nu 15 minuten de tijd om aan de doelen te werken. Denk aan je stemgeluid. Pak je verantwoordelijkheid en benut de ruimte die je krijgt om te leren. Ben ik een vraag van een klasgenoot aan het beantwoorden? Dan wacht je netjes tot ik klaar ben. 

Waarom leren woordjes vorige periode? Deze woorden maken deel uit van opgebouwde woordenschat om Spaanse teksten te kunnen lezen/begrijpen en hierover vragen te kunnen beantwoorden. Alle woordenschat die je iedere periode leert, zal altijd terug komen in een volgende periode.

hay

es

está

tiene

quiere

va a

le gusta

dice

le da a

Se llama

Hij/zij/u heet

Hij/zij/u houdt van

Hij/zij/u wilt

Hij/zij/u is

Hij/zij/u gaat naar

Hij/zij/u geeft aan

Hij/zij/u voelt zich

Hij/zij/u heeft

Hij/zij/u zegt

Er is/er zijn

Laat de leerlingen met een stift het ww met de juiste vertaling te verbinden. 

Objetivo de la clase

• Ik  heb de woorden uit periode 1 van de woordenlijst herhaald 

Welke van deze werkwoorden zijn vervoegd in de hij/zij/u vorm?
(2 juiste antwoorden)

1. Ser
2. Busca
3. Necesitar
4. Le pregunta a

Veelvoudig fout gegaan in de toets: 

hele werkwoorden en vervoegde werkwoorden woorden nog moeilijk herkent. Vorige week klassikaal behandeld en geoefend. Nu een extra vraag om te controleren of dit nu beter begrepen wordt.

De juiste vertaling voor 'de neef' is
(2 juiste antwoorden):

1. El primo
2. El novio
3. El sobrino
4. El vecino

Veelvoudig fout gemaakt in de woordentoets: 'el novio' vertaald naar de neef. 

Vertaal de volgende zin naar het Nederlands:
"Mi hermano es muy generoso y habla rápido"

Met deze vraag de volgende thema's verwerkt: 

1. la familia
2. Los opuestos
3. Los verbos
4. Las características

Objetivo de la clase

• Iedereen: Ik ken minstens 50% van alle woorden uit de woordenlijst van het Nederlands naar het Spaans
• Havo (ambitie): Ik ken minstens 50% van alle woorden uit de woordenlijst van het Spaans naar het Nederlands.

Je tackelt natuurlijk niet ieder woord, maar brengt zo wel in beeld dat er gewerkt is aan de doelen en het de bedoeling is dat deze kennis minimaal behaalt moet zijn. De doelen zijn realistisch omdat de leerlingen hier al weken mee bezig zijn geweest en (als het goed is) al gedurende 3 weken deze woordjes aan het leren zijn. 

Toets vocabulaire en leesvaardigheid

• Wees op tijd 
• Neem een (blauw/zwarte) pen mee
• Ga vooraf naar het toilet