5vwo woensdag 7 september sp1

¡Buenos días!
Patagonia, Chile/Argentina
1 / 37
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 37 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

¡Buenos días!
Patagonia, Chile/Argentina

Slide 1 - Slide

Antwoorden oefening A blz 32 

Slide 2 - Slide

Antwoorden oefening C blz 33 

Slide 3 - Slide

¿Qué hacemos hoy?
  • Repaso imperfecto/ indefindo  
  • Het verschil tussen imperfecto en 
indefinido.
  • Manier 1 & 2 verschil  imperfecto/ definido 
  • ¿Preguntas?

Slide 4 - Slide

REPASO: imperfecto   

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Las soluciones
6.14 a. VIVIR: vivía, vivías, vivía, vivíamos, vivíais, vivían SER: era, eras, era, éramos, erais, eran IR: iba, ibas, iba, íbamos, iban HACER: hacía, hacías, hacía, hacíamos, hacíais, hacían HABLAR: hablaba, hablabas, hablaba, hablábamos, hablabais, hablaban      b. ser e ir

6.15 escribías, veía, caminaba, trabajábamos, comía, cogían, estaban, empezabas, jugábamos, teníamos, estudiaba, sabía, preparabais, querían.

6.16 a. se levantaba, estaba, tenía, esperaba, había, iba, llevaban, era, hacía, llovía, eran, jugaban. 
b.    a. Porque su escuela estaba muy lejos de su casa. b. En la parada que había frente a su casa. c. No, iba con su hermana Ester. d. Porque llevaban muchos libros en la mochilla. e Los días que hacía frío o que llovía. f porque jugaban con otros amigos  a lanzarse bolas de nieve.

Slide 8 - Slide

¿Te acuerdas?
  • over jeugdherinneringen praten 
  •  gewoontes en situaties en handelingen in het verleden beschrijven
  • het begin of het einde van de situatie of handeling is niet van belang het gaat meer om de beschrijving 


                                  = IMPERFECTO 

Slide 9 - Slide

REPASO: indefinido

Slide 10 - Slide

Check de vervoegingen op de site:

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Bijv:

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

signaalwoorden indefinido
Voorbeelden van signaalwoorden indefinido
  • ayer = gisteren
  • anteayer = eergisteren
  • anoche = gisteravond
  • la semana pasada/el mes pasado/el año pasado = vorige week/maand/jaar
  • el viernes (pasado) = vrijdag, afgelopen vrijdag
  • hace una semana = een week geleden
  • en 2002 = in 2002


Slide 19 - Slide

signaalwoorden imperfecto
Voorbeelden van signaalwoorden imperfecto:
  • antes = vroeger
  • cada día/semana/mes/año = elke dag/week/maand/jaar
  • todos los días = elke dag
  • siempre = altijd
  • normalmente = normaal gesproken
  • en los años '80 = in de jaren '80
  • cuando tenía... años = toen ik ... jaar oud was
  • cuando era pequeño/a = toen ik klein was

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

La teoría del huevo frito :

Slide 22 - Slide

Bijvoorbeeld 

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Verleden tijden
- De indefinido / imperfecto zijn allemaal verleden tijden


- De volgende dia's gaan over het welke methode je kunt toepassen om te bepalen  wanneer moet je nu welke tijd moet gebruiken?

Slide 25 - Slide

Manier 1 + 2
Manier 1  Signaalwoord
gisteren                        (duidelijk begin en duidelijk eind: 00.00 uur en 23.59 uur) = INDEFINIDO
toen ik klein was        (géén duidelijk begin en eind)                                                     = IMPERFECTO


Manier 2 Vraag stellen (bij kiezen tussen indefinido/imperfecto)
Was het er al?                = IMPERFECTO
Gebeurde het?               = INDEFINIDO



Slide 26 - Slide

Signaalwoorden (manier 1)

Slide 27 - Slide

Indefinido (signaalwoorden)
Indefinido
ayer, anteayer, anoche
la semana pasada
el año/mes/verano pasado
el otro día, el lunes, el martes
hace 1,2,3 día(s) /semana(s)
en 1946
el 14 de febrero
en marzo, abril, mayo

Leer de vertaling van de signaalwoorden!
DEZE TIJDEN HEBBEN EEN DUIDELIJK BEGIN EN EIND!

Slide 28 - Slide

Imperfecto (signaalwoorden)
Imperfecto
antes
entonces
de pequeño/niño/joven
siempre
a menudo
todos los días/martes/años
cada día/semana/miércoles
mientras
normalmente
en esa epóca
...porque...
(cuando)

Leer de vertaling van de signaalwoorden!
DEZE TIJDEN HEBBEN GEEN DUIDELIJK BEGIN EN EIND!

Slide 29 - Slide

Vraag stellen (manier 2)

Slide 30 - Slide

Naast dat je aan signaalwoorden kunt zien welke tijd je moet gebruiken, kun je ook de volgende vraag stellen:

Was het er al? = imperfecto (achtergrond)
Gebeurde het? = indefinido (acties)


Let op: 'cuando' kan zowel imperfecto als indefinido zijn. 

Slide 31 - Slide

imperfecto/indefinido?
Hoe was de situatie? 


Imperfecto 


Wat gebeurde er? 


Indefinido


Caperucita pensaba en su abuela cuando encontró al lobo.

Slide 32 - Slide

Vamos a practicar...

Slide 33 - Slide

Ayer______

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

https://www.videoele.com/A2-El-fin-desemana.html

Slide 36 - Slide

Mira el video: el fin de semana pasado otra vez y haz los ejercicios:

Slide 37 - Slide