Les 41/ 42 2H schooljaar 2024/25 (kw 11)

1 / 31
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 31 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Hallo Klasse 2H1

Slide 2 - Slide


  • Proefwerk 3 => kw 15
  • Lernziele für diese Woche
  • Hausaufgabenkontrolle
  • Hausaufgaben

  • München L5 & L6
  • Logo Tv
  • extra punten PW3
  • Ausblick








Slide 3 - Slide

Proefwerk 3
  • woordenschat  Kapitel 3- Wien
  • woordenschat en Redemittel (idioom) Kapitel 4- München
  • zinsontleding

  • der- groep en ein-groep 1e, 3e, 4e naamval
  • voorzetsel met de 4e naamval
  • persoonlijke voornaamwoord in de 4e naamval
  • verschil tussen persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden
  • tijdbepaling met im, am, um, von...bis
  • du of Sie

Slide 4 - Slide

Lernziele für diese Woche
  1. Je kunt in informatieve teksten informatie over personen en plaatsen begrijpen..
  2. Je begrijpt waar gesprekken tussen moedertaalsprekers over gaan.
  3. Je kunt de tijd aangeven en im, am, um, von ... bis gebruiken.
  4. Je kent de kloktijden.
  5. Je kunt een lijst met vragen over jezelf invullen.

Slide 5 - Slide

Hausaufgabenkontrolle
Nehmt einen Stift zur Hand!
Kurzer Wörtertest.
timer
15:00

Slide 6 - Slide

Huiswerk
HAUSAUFGABEN:

Bis Montag 17. März online afmaken!
L5> S. 38 Aufg. 1, 2 
L6> S. 46 Aufg. 1, 2 
L6> S. 49 Aufg. 5 (op papier, inleveren)
 
Lernbox 5 & 6 & Redemittel lernen S. 52/ 53
Boek B meenemen








Slide 7 - Slide

Kapitel 4- München-> L5 & L6

Slide 8 - Slide

Wortschatz
S. 39
Aufgabe 3, 4
(Audio Geraldines Stundenplan)
(Text Geraldines Stundenplan)

Slide 9 - Slide

Wortschatz
S. 40
Aufgabe 5, 6, 7
(Audio Geraldines Stundenplan)
(Audio Bens Schulalltag)

Slide 10 - Slide

LOGO TV
Was/ Worum?
Wo?
Wer?
Wie?
Wann?

Slide 11 - Slide

Zeitangaben
Je hebt deze les de tijdbepalingen met de voorzetsels
im, am, um, von ... bis leren toepassen.

Slide 12 - Slide

Tijdsbepaling het voorzetsel "im"
Je gebruikt dit voorzetsel voor een maand of een jaargetijde.

Zum Beispiel: Im Sommer haben wir Ferien.
Im August fahre ich mit meinen Eltern nach Frankreich.

Slide 13 - Slide

Tijdsbepaling het voorzetsel "am"
Je gebruikt dit voorzetsel voor een dag of een dagdeel.

Zum Beispiel: Meine Oma kommt am Nachmittag zu Besuch.
Am Sonntag schlafe ich immer aus.

Slide 14 - Slide

Tijdsbepaling het voorzetsel "um"
Je gebruikt dit voorzetsel voor een tijdstip.

Zum Beispiel: Um 12 Uhr hörte ich den Alarm.
Der Film beginnt um 20:00 Uhr..

Slide 15 - Slide

Tijdsbepaling het voorzetsel "von..... bis"
Je gebruikt dit voorzetsel om een tijdsduur aan te geven.

Zum Beispiel: Mein Vater arbeitet von neun bis fünf.
Von Montag bis Sonntag wohnen wir im Okura Hotel. 


Slide 16 - Slide

Und jetzt....
    üben, üben, üben !!!
S. 44 Aufg. 11

Slide 17 - Slide

Seizoenen
Vertaal:
-winter
-lente
-zomer
-herfst

Slide 18 - Slide

Dagen van de week & dagdelen
Seite 43

2 opties
1. am + dagdeel
2. dagdeel +s
optie 1
optie 2
6.00-9.00
am Morgen
morgens
9.00-12.00
am Vormittag
vormittags
12.00-13.00
am Mittag
mittags
13.00-18.00
am Nachmittag
nachmittags
18.00-24.00
am Abend
abends
24.00-6.00
in der Nacht
nachts

Slide 19 - Slide

Kloktijden

Slide 20 - Slide

Kloktijden

Slide 21 - Slide

Und jetzt....
    üben, üben, üben !!!
S. 44 Aufg. 10

Slide 22 - Slide

Sprechen
S. 44
Aufgabe 12

Slide 23 - Slide

schreiben
S. 47
Aufgabe 3
(Text Mathe finde ich doof)

Slide 24 - Slide

schreiben
S. 48
Aufgabe 4
(Text Wie sieht dein Schulalltag aus?)

Slide 25 - Slide

Ausblick

Wiederholung &
Extra Punkte KW12

Oefentoets KW 14

Proefwerk 3 KW 15

Slide 26 - Slide

Fragen? fragen!

Slide 27 - Slide

Noch Zeit?
Lernen 
Lernbox 5 & 6
Redemittel
Seite 52/ 53

Slide 28 - Slide

Lasst uns üben


https://duits.net/oefeningen/naamvallen/nominatief/

https://duits.net/oefeningen/naamvallen/accusatief/

Slide 29 - Slide

oefenen
https://oscarromerotalen.nl/Duits/Oefeningen/Grammatica/Naamvallen/Persoonlijk%20voornaamwoord/Pers.v.n.w.invul1-4.htm

https://duitsopschool.wordpress.com/oefeningen/oefenen-persoonlijke-voornaamwoorden/



Slide 30 - Slide

Tschüss!

Slide 31 - Slide