Tijdbepaling am, im, um

Leerdoel
Je hebt deze les de tijdbepalingen met de voorzetsels
im, am en um leren toepassen.
1 / 15
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Leerdoel
Je hebt deze les de tijdbepalingen met de voorzetsels
im, am en um leren toepassen.

Slide 1 - Slide

Tijdsbepaling het voorzetsel "im"
Je gebruikt dit voorzetsel voor een maand of een jaargetijde.

Zum Beispiel: Im Sommer haben wir Ferien.
Im August fahre ich mit meinen Eltern nach Frankreich.

Slide 2 - Slide

Tijdsbepaling het voorzetsel "am"
Je gebruikt dit voorzetsel voor een dag of een dagdeel.

Zum Beispiel: Meine Oma kommt am Nachmittag zu Besuch.
Am Sonntag schlafe ich immer aus.

Slide 3 - Slide

Tijdsbepaling het voorzetsel "um"
Je gebruikt dit voorzetsel voor een tijdstip.

Zum Beispiel: Um 12 Uhr hörte ich den Alarm.
Der Film beginnt um 20:00 Uhr..

Slide 4 - Slide

Üben!
Je brengt nu de theorie in de praktijk.

Slide 5 - Slide

Hast du ......... Dezember Geburtstag?
A
im
B
um
C
am

Slide 6 - Quiz

........... Winter ist es kälter als .......... Sommer.

Slide 7 - Open question

........ Donnerstag trainiere ich immer.
A
Im
B
Um
C
Am

Slide 8 - Quiz

Wollen wir uns ......... 20:00 Uhr treffen?
A
am
B
um
C
im

Slide 9 - Quiz

Kommst du ....... Nachmittag vorbei?
A
am
B
um
C
im

Slide 10 - Quiz

Fängt die Schule .......... September wieder an?
A
am
B
um
C
im

Slide 11 - Quiz

Wanneer gebruik je
het voorzetsel "im"

Slide 12 - Mind map

Wanneer gebruik je
het voorzetsel "am"

Slide 13 - Mind map

Wanneer gebruik je
het voorzetsel "um"

Slide 14 - Mind map

Leerdoel
Deze les leer je de tijdbepalingen met de voorzetsels
im, am en um toe te passen.

Slide 15 - Slide