Week 35 3TL Duits

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Programm

Rückschau

Grammatik

Aufgaben 2, 3, 4

Rückschau

Grammatik

müssen und sollen

• de ene geeft een noodzaak aan

• de andere een advies of twijfel

Welke hoort bij welke?

Grammatik

Wat moet ik doen?

Jij moet sneller werken

Hij moet naar de WC

De man moet ademen

Je moet op tijd komen

Müssen oder Sollen?

Grammatik

Let op bij het vervoegen:

kijk op blz. 16

• waar zit de moeilijkheid?
• wat gaat anders?

Aufgaben

2

3

4

Vandaag af-> niet?->huiswerk->woensdag controle

Bücher

3 leerwerkboeken

A

B

C

We werken nu in Boek A

Kapitel 1

Wenn du das Bild am Anfang des Kapitels ansiehst:

Wovon handelt dieses Kapitel, denkst du?

Sie wünschen? Bedeutet zwei verschieden Sachen

Aufgabe 2

Wer von euch war schon einmal auf einem Berg im Winter?

Hast du auch ski gefahren?

Wenn etwas schief geht auf dem Berg, wer hilft?

Aufgaben

2, 3, 4