IBS clase 5 repaso verbo ser, números, leeftijd vragen
1 / 30
Lesson duration is: 60 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
¿Que significa?
la dependiente
la dependiente
A
de verkoopster
B
de bankbeambte
C
de advocate
D
de verkoper
Slide 3 - Quiz
¿Que significa?
el bombero
el bombero
A
de kok
B
de postbode
C
de boekhouder
D
de brandweerman
Slide 4 - Quiz
¿Que significa?
la camarera
la camarera
A
de ober
B
de serveerster
C
de docent
D
de bankbeambte
Slide 5 - Quiz
¿Que significa?
el periodista
el periodista
A
de serveerster
B
de kok
C
de journaliste
D
de journalist
Slide 6 - Quiz
¿Que significa?
el cocinero
el cocinero
A
de kok
B
de kokkin
C
de journalist
D
de ingenieur
Slide 7 - Quiz
¿Que significa?
el abogado
el abogado
A
de bankbeambte
B
de verkoper
C
de advocaat
D
de rechter
Slide 8 - Quiz
¿Que significa?
el mecánico
el mecánico
A
de vrachtwagenchauffeur
B
de ingenieur
C
de automonteur
D
de kok
Slide 9 - Quiz
¿Que significa?
el ingeniero
el ingeniero
A
de advocaat
B
de ingenieur
C
de kok
D
de journalist
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Video
Welke vraag betekent hetzelfde als ¿Cómo te llamas?
A
¿Yo me llamo?
B
¿Dónde vives?
C
¿De dónde eres?
D
¿Cuál es tu nombre?
Slide 24 - Quiz
¿Cuántos años tiene Maria?
A
Tiene 30 años
B
Tiene 13 años
C
Tiene 3 años
D
Tiene 23 años
Slide 25 - Quiz
¿Qué número tiene Sonia?
A
siete
B
cinco
C
seis
Slide 26 - Quiz
Wat zegt Marcos nadat Sonia haar nummer genoemd heeft? (in het Spaans en in het Nederlands)
Slide 27 - Open question
Wat zijn de beroepen van de ouders van Pablo
A
moeder is dokter, vader is journalist
B
moeder is kapster, vader is docent
C
vader is ingenieur en moeder is journaliste
D
vader is kok en moeder is verpleegster
Slide 28 - Quiz
Is Pablo een Spanjaard? Zo niet, waar komt hij vandaan?
